fbpx
Posts By :

Aurélie Van De Walle

December 2022. 1u30 (?). -2° Celsius. Charlotte en haar mama. De eerste nacht op straat. 1024 576 L'Ilot

December 2022. 1u30 (?). -2° Celsius. Charlotte en haar mama. De eerste nacht op straat.

Charlotte slaapt in de ingang van de kerk. Ik kruip op de trap met een extra jas over mijn schouders om ervoor te zorgen dat niemand haar betrapt.

Het is één of twee uur in de ochtend. De deur van de bank is gesloten. Mijn laatste hoop.

Ik ben te uitgeput om naar een slaapplaats te blijven zoeken.

Dus ben ik maar op de ijskoude grond gaan zitten, met Charlotte op mijn knieën. Ik hoop dat zij ten minste enkele uren kan slapen.

Charlotte probeert te slapen. Ondanks al haar lagen kledij, voel ik haar rillen van de koude. Ze ademt zwaar, ze heeft keelpijn.

Met Charlotte in mijn armen en de wind die mijn knoken bevriest, denkt ik terug aan de voorbije weken.

Ik heb nog altijd de indruk dat ik de ene tegenslag na de andere heb gekregen.

Eerst de vader van Charlotte die ik eindelijk heb verlaten. En daarna wilde hij niet meer van ons weten toen hij iemand anders had gevonden. Bye bye alimentatie.

En toen, mijn eerste appartementje met Charlotte, wat een magische periode was. De eerste keer zonder Hem!

Ik had de indruk dat we elkaar eindelijk allebei hadden gevonden. We dronken warme chocomelk en keken Disneyfilms, we konden samen ontbijten, we droomden…

Ik kon het niet geloven toen de gas- en elektriciteitsrekeningen zag.

Vooral omdat Hij er vroeger voor zorgde.

Het bedrag was bijna mijn hele maandloon.

Ik wilde gewoon nog wat van mijn momenten met Charlotte genieten. Dus heb ik niets gedaan. En op mijn bankrekening stond niets mee. Want Hij zorgde ook voor de geldzaken.

En op een dag, toen ik Charlotte van school was gaan afhalen, paste de sleutel niet langer in het slot. Ik heb de eigenaar getelefoneerd, de brandweer, de politie. Niets hielp.

We gaan onze eerste nacht op straat sterven. Ik heb zo’n schrik om in de dommelen. Ik voel mijn onderlichaam niet meer.

Ik heb zo’n schrik dat Charlotte niet meer wakker wordt... “

’t Eilandje begeleidt alle dagen, 24u/24, dakloze kinderen en vrouwen zoals Charlotte en haar mama.

U kan hen helpen. Doe een gift.

Kart #4 | “Op straat is geweld dagelijkse kost” 724 407 L'Ilot

Kart #4 | “Op straat is geweld dagelijkse kost”

Illustratie Gérard Bedoret

Philip De Buck, directeur van het Dagcentrum van ’t Eilandje in Sint-Gillis, kruist elke dag daklozen die het slachtoffer worden van het extreme geweld dat zich op straat kan voordoen. Hij herinnert zich verscheidene gebruikers met diverse zwakheden en oplossingen die onze vereniging heeft opgezet om hen te steunen.
Wat is het belang van het Dagcentrum van ’t Eilandje voor mensen die op straat leven?

Het is een dagelijkse, stabiele afspraak met uurroosters. Men kan er een beetje rust vinden, een maaltijd eten, een douche nemen, met iemand spreken… Dat biedt alvast een kader aan levens die vaak bewogen en moeilijk zijn. We bieden aan de daklozen ook de mogelijkheden om actief deel te nemen aan het dagelijks leven van het Dagcentrum, wat ertoe bijdraagt om weer zelfvertrouwen op te bouwen.

Dankzij de eerstelijnsdiensten wordt de urgentie voor daklozen opgevangen (eten, zich wassen, rusten). Maar ze dienen ook als aanknopingspunt voor het sociaal team. Zodra er een vertrouwensband is gesmeed met de betrokkene, kan het team met een psychosociale taak beginnen die focust op de andere noden van de betrokkene: administratief weer in orde raken, een woning zoeken, enz.

Op welk punt wordt het publiek van het Dagcentrum met geweld geconfronteerd?

Om te beginnen: op straat slaap je niet. Of weinig. Of slecht. Als je verscheidene dagen op een rij niet kan slapen, word je gek. En dan ben je vertrokken voor lang. Zodra iemand zijn kwetsbare kant toont, valt men daarop aan. Wanneer je verzwakt bent, vreten de anderen je op. En dan spreken we niet van een “open en eerlijk duel”. Degene die toeslaat wil geen risico nemen: men duwt je op de rails of van de trap, … Op straat is geweld altijd en overal aanwezig. En het doodt. Langzaam of plots.

Hoe begeleiden jullie de mensen die dagelijks met dat geweld worden geconfronteerd?

Een sociale dienst kan niet star zijn. Je moet verschillende benaderingen combineren en de competenties diversifiëren. We brengen zoveel mogelijk omstandigheden samen om te zorgen dat we een band met de betrokkene kunnen creëren. Vaak is dat een werk van lange adem.

Ik herinner me een jongeman die twee of drie jaar naar het Dagcentrum was gekomen. Hij vertoonde acute symptomen van paranoia en had ongelofelijke uitbarstingen van geweld. Het sociaal team heeft er dag na dag ontzettend hard aan gewerkt om dat de kanaliseren, om conflicten tussen hem en de andere gebruikers te vermijden, door geweldloze communicatie, zonder te (er)oordelen en met empathie. Uiteindelijk heeft dat geloond: op een dag hebben we er met hem gesproken om opnieuw in een woning te gaan wonen – hoewel hij zelfs nog geen psychosociale begeleiding had opgestart – en zijn gezicht lichtte helemaal op, hij is helemaal veranderd. We moesten de juiste insteek vinden, het juiste thema om een rustig gesprek met hem te voeren. Bij mijn weten woont hij nog steeds in die woning en is hij nooit meer terug op straat beland.

Slaagt u erin om alle mensen die naar het Dagcentrum komen, doeltreffend te begeleiden?  

Jammer genoeg niet Er zijn dagen dat we naar huis gaan en weten dat deze of gene op straat gaat slapen. We zien ook mensen achteruitgaan, zonder dat we hen een oplossing kunnen bieden. We staan machteloos.

En dat gebeurt elke dag: ik werd onlangs door de politie verhoord over een man van in de dertig die tot voor kort naar het Dagcentrum kwam. Hij kwam vaak aan met een bebloed en opgezwollen gezicht, wanneer hij was afgeranseld door dealers die nog geld van hem tegoed hadden. Ondertussen hebben we al dagenlang niets meer van hem vernomen. Andere bezoekers van het Dagcentrum hebben me gezegd dat hij naar zijn zus in Venezuela is gegaan… Maar dat kan niet want hij heeft geen identiteitspapieren! Er werd een opsporingsbericht verspreid, maar ik vrees dat hij overleden is ...

Welke oplossingen kunnen volgens u ontwikkeld worden om een einde te maken aan dat soort situaties?

Huisvesting staat met stip op de eerste plaats. Het “housing first” principe bood veel mensen de mogelijkheid hun leven weer in de hand te nemen. Als je een dak boven je hoofd hebt, kan je je weer organiseren, je neerzetten, op adem komen, … Wanneer je van de straat komt, kan ‘je zetten’ echt wel enkele weken duren. Met dat voor ogen heeft ’t Eilandje diverse projecten opgezet die gericht zijn op wonen: vastgoedprojecten met sociale investeerders, woningen op de privémarkt zoeken, projecten om leegstaande gebouwen of gebouwen die nog moeten gerenoveerd worden, tijdelijk te benutten, hulp wanneer iemand in een woning intrekt, thuisbegeleiding om te zorgen dat mensen die pas opnieuw in een woning zitten, die kunnen houden, enz..

Via zijn Opvanghuizen of het Dagcentrum krijgt ’t Eilandje ook vaak de vraag om openbare diensten (ziekenhuizen, wijkcommissariaten, OCWM’s, …) te sensibiliseren voor de bijzonderheden van dakloosheid en voor het werk van de teams op het terrein. Die samenwerkingsverbanden behouden en verder ontwikkelen zou op termijn moeten leiden tot een beter besef en inzicht van wat er met dakloosheid samenhangt.

De vrouwen en kinderen die het slachtoffer worden van geweld

Vrouwen en de allerkleinsten die verblijven in ons Opvanghuis voor gezinnen met kinderen in Brussel, worden in hun respectieve levenslopen regelmatig geconfronteerd met geweld: partner- of intrafamiliaal geweld, seksueel geweld, belaging, enz. Het is cruciaal om voor elk van hen een gepersonaliseerde opvolging te kunnen bieden, in functie van hun noden.

Valérie, maatschappelijk assistente in het Opvanghuis voor gezinnen met kinderen, vertelt: “We hebben geen vast uitgestippeld traject, dat zou verschrikkelijk zijn. We bekijken elke situatie individueel, met respect voor de vraag van de betrokkene. We werken ook nauw samen met gespecialiseerde diensten, zoals de Dienst Slachtofferzorg (van de lokale politie) of met het Centrum ter preventie van partnergeweld. Een deel van het team is ook opgeleid om kinderen te begeleiden die het slachtoffer zijn geworden van partner- of intrafamiliaal geweld.”

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk” 900 414 L'Ilot

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk”

Illustratie Gérard Bedoret

Manu Gonçalves is directeur van de vzw Messidor-Carrefour, een Initiatief voor Beschut Wonen (IHP) dat plaatsen biedt van waaruit daklozen met een psychiatrische achtergrond zich opnieuw kunnen integreren. Vanuit zijn zeer lange ervaring in deze materie, deelt hij zijn inzichten over de weerslag van geestelijke aandoeningen op het leven op straat.
Is er voldoende bewustzijn over de mentale pathologieën bij daklozen?

De psyché maakt wezenlijk deel uit van de mens. En het bijzondere ervan is dat het de persoon die eraan lijdt en zijn omgeving stoort. De professionele hulpverleners uit de psychologie hebben ook geen antwoord op alles. In dat opzicht wordt het werk dat instellingen zoals ‘t Eilandje verrichten, vaak geminimaliseerd. Jullie creëren een sociale link en dat is erg belangrijk om die mensen te stabiliseren. Dat is ook de geest van een IBW: de gedachte dat de collectieve en gemeenschapsvormende dimensie op zich een zorgend en helend effect heeft.

Kan het feit dat iemand op straat belandt (en het geweld dat daaruit volgt) de ontwikkeling van psychologische aandoeningen versnellen of versterken?

Op straat aanbelanden is op zich geen geestelijke aandoening, maar verzwakt de betrokkene psychologisch. En bij mensen die aandoeningen hebben, gaan die aandoeningen getriggerd worden. In dat opzicht is er urgentie. Dat gezegd zijn, ontreddering of een pathologie ontstaan ook niet op enkele uren tijd.

Wat daarentegen wél zeer snel optreedt, zijn ‘de klassiekers’ van de psychische teloorgang, degene die de persoon van zijn eigen gevoelens afsnijden. Zo zien we mensen die jaren op straat hebben geleefd, ziek worden wanneer ze opnieuw in een woning zetten, terwijl ze tevoren nooit ziek waren geweest. Alsof er iets was waarbij de straat psychisch tot gevolg had dat de ziekte niet naar voren kon komen gehouden. En wanneer de persoon opnieuw in een ietwat beschermde omgeving zit en tot rust komt, geeft dat de ziekte een voedingsbodem.

Hoe kunnen we de geestelijke gezondheidsproblemen verzorgen wanneer zelfs niet aan de primaire behoeften wordt voldaan?

We doen niet het ene of het andere. We doen het ene én het andere. Want dit is de enige manier om iets te betekenen voor die persoon, terwijl we hem zorgen toedienen. Dat is wat jullie bij ’t Eilandje doen.

En dat hangt ook af van het “ziektebesef” van de betrokkene. Met ziektebesef bedoelen we het vermogen van een patiënt met een psychiatrische aandoening of pathologie, om zichzelf als ziek te erkennen. Jammer genoeg is het eigen aan erge geestelijke pathologieën dat er geen (of een zeer beperkt) ziektebesef is, met andere woorden, de persoon ijlt maar beseft het zelf niet.

Zolang de betrokkene wat hij zelf meemaakt als ‘vreemd’ ervaart, is er ruimte om zorgen te verstrekken. Wanneer dat besef er niet is, wordt het moeilijker en wordt het risico op een echt gevaar groter.

Zijn dat aspecten waarmee de maatschappelijk werk(st)ers soms geen weg weten, door een gebrek aan specifieke opleidingen in geestelijke gezondheidszorg. Welke oplossing kan de sector bieden?

Inderdaad, we kunnen van de teams van ’t Eilandje geen therapie verwachten, dat is hun beroep niet, maar de geestelijke pathologieën maken wel deel uit van hun dagelijks leven.

In mijn visie moet je geen psycholoog of psychiater zijn om iemand die psychologisch ontredderd is, te helpen. Er zijn vele maatschappelijk werk(st)ers die iets kunnen betekenen in de geestelijke gezondheidszorg.

Het probleem is dat in onze maatschappij het heersende discours nog steeds is dat je universitair moet gevormd zijn om iemand doeltreffend te kunnen bijstaan. Ik meen daarentegen dat hoe welwillender een maatschappij is, des te minder mensen ontredderd zullen zijn. Mits we rekening met hen houden.

Het aantal mensen dat psychologisch ontredderd is, is verwaarloosbaar. Het zijn de “verachtelijken” van de Michel Foucault. Die situeren zich nog lager dan het proletariaat en het zijn degene voor wie we de ogen sluiten.

Kart #4 | 24u in het leven van een dakloze: een wereld van geweld 1024 608 L'Ilot

Kart #4 | 24u in het leven van een dakloze: een wereld van geweld

Illustratie Gérard Bedoret

Je kan een hoogopgeleide vrouw, een hardwerkende werknemer, een zelfbewuste huismoeder zijn en toch alles verliezen. Je kan zelfs, zoals ik of sommigen onder u, de nodige middelen hebben om door een moeilijke periode heen te komen. Toch is de lijn tussen een aangenaam, zorgeloos leven en de radeloosheid die ons in dakloosheid stort, vaak flinterdun.

Dakloosheid is ruimer dan ‘op straat slapen’. Voor de FEANTSA* omvat het begrip dakloosheid ook precaire of onaangepaste woningen, zodat ook alle gezinnen in een woning die te duur is in functie van hun inkomen, die in een overbevolkte of ongezonde woning wonen, de facto mee als daklozen worden beschouwd. Met de crisissen die onze maatschappij momenteel doormaakt, gaat het aantal mensen dat in dit profiel valt en dus het risico loopt zijn woning te verliezen, letterlijk exploderen.

Het zal niemand verbazen, maar je kan niet anticiperen op ‘dakloos worden’. Vaak zie je het ook niet aankomen: de stijging van armoede maakt dat steeds meer mensen van de ene dag op de andere alles kunnen verliezen.

En er zijn veel redenen waarom alles kan wegvallen: werkloosheid, een laag inkomen, eenoudergezin, partner- of familiaal geweld, migratie, gezondheidsproblemen, een breuk met de familie of een relatiebreuk, het tekort aan betaalbare woningen, onvoldoende steun aan mensen die uit een zorginstelling, ziekenhuis, gevangenis of andere overheidsinstellingen komen, een zeer zwak sociaal en/of familienetwerk. En bij die lijst, die al behoorlijk lang is, komen nu ook de stijgende prijzen voor basisproducten en de exploderende energieprijzen.

Het profiel van de daklozen is even breed. Het omvat niet enkel alleenstaande mannen. Nu zijn het evengoed vrouwen en gezinnen, jongeren, kinderen, migranten en andere doelgroepen die vaak gemarginaliseerd worden.

Vaak gaat het ook om mensen die omwille van hun seksuele geaardheid en/of genderidentiteit uitgesloten worden. Een groep die vaak breekt met zijn familie, die aan zichzelf overgeleverd is.

De ontreddering die je ervaart, de brutaliteit die je meemaakt wanneer je op straat belandt, is qua uitsluiting en geweld met niets te vergelijken. Op enkele dagen, op enkele uren overtreft de realiteit de verbeelding.

Een helse spiraal die vaak meer mensen treft dan je zou willen. Het verschil met “het leven ervoor” is soms duizelingwekkend en maakt dat men ‘flipt’. Of je alleen bent of in gezelschap, op straat is de leegte overal. En de maatschappij, in vrijloop, stopt niet. Je wordt zó snel onzichtbaar. Maar het duurt jaren om je leven weer op de rails te krijgen.

Het psychologische geweld dat daklozen meemaken weegt nog zwaarder omdat er al te vaak geen of onvoldoende kwalitatieve psychosociale opvolging is. Het gebrek aan middelen waarmee de betrokkenen worden geconfronteerd, maakt dat ze in de vergetelheid raken, zeker vrouwen omdat de opvangstructuren niet aan hun specifieke noden zijn aangepast. Daarom opent ’t Eilandje in 2023 een nieuw Dagcentrum dat zich enkel op vrouwen richt en speciaal voor hen is uitgedacht.

Bij het contact met de straat, zonder woning, zonder begeleiding, duurt het niet lang voor iemand van de radar verdwijnt. We weten ook dat de eerste uren doorslaggevend zijn. Onder andere daarom zijn waardige, structurele en globale oplossingen de enige die op middellange en lange termijn doeltreffend zijn.

Omdat de situatie van daklozen ons uiteindelijk allemaal aangaat.

Ariane Dierickx, Algemeen directrice van ‘t Eilandje

* De Europese federatie van nationale verenigingen die met daklozen werken / Fédération Européenne des Associations Nationales Travaillant avec les personnes Sans Abri.

Het vierde Opvanghuis van ‘t Eilandje in Marchienne-au-Pont 1024 682 L'Ilot

Het vierde Opvanghuis van ‘t Eilandje in Marchienne-au-Pont

Een tijdelijk verblijf geeft de mensen die we opvangen, de kans om weer overeind te komen, stevig op hun benen te staan en een stand van zaken op te stellen over hun situatie (administratief, familiaal, medisch, financieel, enz.) en zo aan een nieuw toekomstproject te bouwen.

Daarom heeft ‘t Eilandje een nieuw gebouw gekocht (in de Rue de Beaumont, 344 in 6030 Marchienne-au-Pont), waar een Opvanghuis en een Kringloopwinkel gevestigd zijn. Deze twee projecten werken zij aan zij.

Net zoals de drie andere opvangtehuizen van ‘t Eilandje is het huis in Marchienne-au-Pont “op mensenmaat”, waar we de opvangcapaciteit bewust beperkt houden (momenteel 12 plaatsen) om het welzijn en de geborgenheid van de bewoners te behouden.

De bewoners krijgen er onderdak en eten, maar ook een psychosociale begeleiding die gebaseerd is op ieders traject en op de specifieke individuele behoeften. Administratief alles weer in orde krijgen, budgetbegeleiding, hulp bij het zoeken naar een woning, een job en een opleiding, een sociaal netwerk opbouwen rond de betrokkene, steun bij het ouderschap en het organiseren van groepsactiviteiten (onder andere via de moestuin van het huis): stuk voor stuk taken van het sociaal team van het Opvanghuis.

Het Opvanghuis verwelkomt elke dakloze man, ongeacht zijn traject of zijn voorgeschiedenis. Het is een doelgroep die vaak verscheidene problemen heeft: medisch, psycho-sociaal, administratief en economisch.

De problemen waar ze mee zitten, zijn even uiteenlopend als de verslavingen, de geestelijke gezondheidszorgen, de verbroken gezinsbanden, de schuldenberg die ze meeslepen, eventueel de herintegratie na een verblijf in de gevangenis, enz.

De Kringloopwinkel, die naast het Opvanghuis ligt, is een echt project voor sociale en circulaire economie door diverse spullen in te zamelen, te herstellen en opnieuw te verkopen.

Ontdek de luchtfoto's van ons nieuwe opvanghuis!

Dankzij de schenkers, recycleert de Kringloopwinkel allerlei spullen, zoals vaatwerk, die ze aan een kleine prijs doorverkoopt.

Dankzij uw gift van meubelen, decoratie, elektrische huishoudapparaten, kleding, boeken, enz. ... is de Kringloopwinkel een echt project voor sociale en solidaire economie. Door spullen aan een lage prijs door te verkopen, kan het Opvanghuis bestaan en daklozen blijven opvangen en begeleiden.

Meubelen, elektrische huishoudapparaten, kleding, boeken en allerlei voorwerpen van vrijgevige schenkers, die dan door de vrijwilligers worden gesorteerd. Een deel van die spullen, zoals vaatwerk, zitbanken of verlichtingsarmaturen, wordt aan een zacht prijsje verkocht aan mensen uit de buurt. Met het geld dat we daarmee verdienen, financieren we het sociaal werk van ‘t Eilandje. Het andere deel van de giften in natura sturen we naar onze Dienst Move-In (SIL) en wordt rechtstreeks en gratis verdeeld aan daklozen die pas weer een woning hebben.

Wenst u iets te schenken aan de Kringloopwinkel?
Alle meubelen, elektrische huishoudapparaten, decoratie, kleding en boeken die in goede staat zijn, zijn welkom. Zo steunt u een uniek sociaal project.
U kan op uw beurt dingen komen kopen, op dinsdag en donderdag van 14u tot 16u. De opbrengst van de verkoop gaat naar de sociale opdracht van ‘t Eilandje, en financiert meer bepaalt de werking van het Opvanghuis voor mannen.
Contacteer de Kringloopwinkel:
• rue de Beaumont 344 - 6030 Marchienne-au-Pont
• recyclerie@ilot.be
• 071/51.70.63
• De Facebook-pagina van de Kringloopwinkel in Marchienne-au-Pont
Dank u voor uw vrijgevigheid waardoor wij nieuwe projecten kunnen ontwikkelen!
Als uw totale donaties in 2022 40 euro of meer bedragen, sturen wij u in maart 2023 een belastingcertificaat. U geniet een belastingvermindering van 45% van het totale bedrag van uw giften per kalenderjaar (overeenkomstig de voorwaarden van artikel 145/33 CIR 1992).
Als u bijvoorbeeld 50 euro schenkt, betaalt de staat u 22,50 euro terug in de vorm van een belastingvermindering.