fbpx
  • 10 oktober 2022

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk”

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk”

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk” 900 414 L'Ilot

Illustratie Gérard Bedoret

Manu Gonçalves is directeur van de vzw Messidor-Carrefour, een Initiatief voor Beschut Wonen (IHP) dat plaatsen biedt van waaruit daklozen met een psychiatrische achtergrond zich opnieuw kunnen integreren. Vanuit zijn zeer lange ervaring in deze materie, deelt hij zijn inzichten over de weerslag van geestelijke aandoeningen op het leven op straat.
Is er voldoende bewustzijn over de mentale pathologieën bij daklozen?

De psyché maakt wezenlijk deel uit van de mens. En het bijzondere ervan is dat het de persoon die eraan lijdt en zijn omgeving stoort. De professionele hulpverleners uit de psychologie hebben ook geen antwoord op alles. In dat opzicht wordt het werk dat instellingen zoals ‘t Eilandje verrichten, vaak geminimaliseerd. Jullie creëren een sociale link en dat is erg belangrijk om die mensen te stabiliseren. Dat is ook de geest van een IBW: de gedachte dat de collectieve en gemeenschapsvormende dimensie op zich een zorgend en helend effect heeft.

Kan het feit dat iemand op straat belandt (en het geweld dat daaruit volgt) de ontwikkeling van psychologische aandoeningen versnellen of versterken?

Op straat aanbelanden is op zich geen geestelijke aandoening, maar verzwakt de betrokkene psychologisch. En bij mensen die aandoeningen hebben, gaan die aandoeningen getriggerd worden. In dat opzicht is er urgentie. Dat gezegd zijn, ontreddering of een pathologie ontstaan ook niet op enkele uren tijd.

Wat daarentegen wél zeer snel optreedt, zijn ‘de klassiekers’ van de psychische teloorgang, degene die de persoon van zijn eigen gevoelens afsnijden. Zo zien we mensen die jaren op straat hebben geleefd, ziek worden wanneer ze opnieuw in een woning zetten, terwijl ze tevoren nooit ziek waren geweest. Alsof er iets was waarbij de straat psychisch tot gevolg had dat de ziekte niet naar voren kon komen gehouden. En wanneer de persoon opnieuw in een ietwat beschermde omgeving zit en tot rust komt, geeft dat de ziekte een voedingsbodem.

Hoe kunnen we de geestelijke gezondheidsproblemen verzorgen wanneer zelfs niet aan de primaire behoeften wordt voldaan?

We doen niet het ene of het andere. We doen het ene én het andere. Want dit is de enige manier om iets te betekenen voor die persoon, terwijl we hem zorgen toedienen. Dat is wat jullie bij ’t Eilandje doen.

En dat hangt ook af van het “ziektebesef” van de betrokkene. Met ziektebesef bedoelen we het vermogen van een patiënt met een psychiatrische aandoening of pathologie, om zichzelf als ziek te erkennen. Jammer genoeg is het eigen aan erge geestelijke pathologieën dat er geen (of een zeer beperkt) ziektebesef is, met andere woorden, de persoon ijlt maar beseft het zelf niet.

Zolang de betrokkene wat hij zelf meemaakt als ‘vreemd’ ervaart, is er ruimte om zorgen te verstrekken. Wanneer dat besef er niet is, wordt het moeilijker en wordt het risico op een echt gevaar groter.

Zijn dat aspecten waarmee de maatschappelijk werk(st)ers soms geen weg weten, door een gebrek aan specifieke opleidingen in geestelijke gezondheidszorg. Welke oplossing kan de sector bieden?

Inderdaad, we kunnen van de teams van ’t Eilandje geen therapie verwachten, dat is hun beroep niet, maar de geestelijke pathologieën maken wel deel uit van hun dagelijks leven.

In mijn visie moet je geen psycholoog of psychiater zijn om iemand die psychologisch ontredderd is, te helpen. Er zijn vele maatschappelijk werk(st)ers die iets kunnen betekenen in de geestelijke gezondheidszorg.

Het probleem is dat in onze maatschappij het heersende discours nog steeds is dat je universitair moet gevormd zijn om iemand doeltreffend te kunnen bijstaan. Ik meen daarentegen dat hoe welwillender een maatschappij is, des te minder mensen ontredderd zullen zijn. Mits we rekening met hen houden.

Het aantal mensen dat psychologisch ontredderd is, is verwaarloosbaar. Het zijn de “verachtelijken” van de Michel Foucault. Die situeren zich nog lager dan het proletariaat en het zijn degene voor wie we de ogen sluiten.