fbpx
Posts By :

Aurélie Van De Walle

Kart #9 Kwetsbare werknemers | Een realiteit bij de diensten van ‘t Eilandje 1024 576 L'Ilot

Kart #9 Kwetsbare werknemers | Een realiteit bij de diensten van ‘t Eilandje

Fragment uit het stripverhaal met Abdel de Bruxelles "Een klein expresso zonder suiker", die het leven volgt van Steph’, een zelfstandige man die ondanks zijn werk financieel niet meer rond kan komen.

Daklozen “witte boorden”: het is niet nieuw dat ook kwetsbare werknemers bij ons aankloppen. Het sociale team en bewoners van onze opvanghuizen vertellen over hun ervaringen.

"De tendens stijgt"

“De tendens stijgt”, bevestigt Alexandra Todeanca, coördinatrice van het Opvanghuis voor mannen van ‘t Eilandje in Brussel. “Steeds vaker moeten we onze opvang aanpassen aan het feit dat bewoners ’s morgens opstaan om te gaan werken. Dat is uiteraard niet dezelfde dynamiek bij de maatschappelijke begeleiding.”

Bewoners die werk hebben maar niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien, vooral qua huisvesting. Omwille van de stijgende huurprijzen en onvoldoende inkomsten komen ze in onze opvanghuizen terecht, hoewel ze werken. ‘t Eilandje werkt actief aan
structurele oplossingen, door te pleiten voor betere sociale bescherming en toegang tot fatsoenlijke huisvesting voor iedereen, om zo een einde te maken aan de vicieuze cirkel waarin mensen die op straat leven onvermijdelijk terechtkomen, of ze nu werken of niet.

"Mijn werk beschermt me niet meer"

Sayli is 29 jaar en kende tot voor kort “goedgevulde weken”. Eerst in de zaal, dan in de keuken als “chef” en altijd in “grote restaurants”. Het soort plaats “waar je niet met je duimen moeten staan draaien”. Werkdagen van 12 uren, 6 dagen per week, Sayli kent het. Van Atlanta tot Havana met regelmatige tussenstops in Brussel, Sayli leeft jaren als backpacker met koksmuts. Voor zijn omgeving leidt hij vooral “een topleven” aan de andere kant van de wereld. Naar eigen zeggen “werkt hij hard om van zijn passie te kunnen leven”.

Hij betaalt zijn huur in termijnen, maakt overuren en brengt de offers die daarbij horen. En de ontsporingen: alcohol en verslaving leidden tot een voortijdige terugkeer naar België. Zijn omgeving “valt uit de lucht”. Hij houdt het discreet. “Voorheen had ik, in hun ogen, geld, een auto, costumes. Maar dat was meer een façade dan de echte ik. Wie wordt rijk van zijn werk? Zij dachten dat ik mijn weg gevonden had, maar ik besefte dat ik mijn leven aan het ruïneren was.” Dan volgen negen dagen op straat, de eerste dagen dat hij niet werkt sinds dertien jaar. Nachten in de metro worden gevolgd door dagen slenteren.

Een telefoontje naar zijn zus bracht hem in contact met ‘t Eilandje en het Opvanghuis voor mannen van ‘t Eilandje “den 38”, waar hij afgelopen juni werd opgevangen. Enkele dagen later, weer aangesterkt, vindt Sayli een job “op amper twee uur tijd, in een Carrefour Express”. Fulltime, maar niet echt de baan van zijn dromen voor de man die ook nog studeert om gespecialiseerd opvoeder te worden. Sayli wil zijn gezicht niet verliezen, maar wil niet dat zijn situatie bekend wordt bij zijn collega’s. “Dat zou te verdacht zijn.” Dus “voor hen” is hij “de barmhartige Samaritaan, altijd goed gekleed”, die aan het eind van de dag de onverkochte voedingswaren van die dag “naar de daklozen” in ‘t Eilandje brengt. Voor zijn nieuwe huisgenoten bij ‘t Eilandje is hij de hardwerkende man die aan het eind van de dag kant-en-klare maaltijden mee naar huis neemt. Sayli stemt er zonder blikken of blozen mee in om dit dubbelleven te leiden. “Vandaag de dag beschermt mijn baan me niet, daarom is er ‘t Eilandje maar ik vertel mezelf dat het een stap is op weg naar een terugkeer naar onafhankelijkheid.”

Kart #9 Kwetsbare werknemers | Interview met Philippe Defeyt “Is het normaal dat werknemers uitgebuit worden?” 1024 576 L'Ilot

Kart #9 Kwetsbare werknemers | Interview met Philippe Defeyt “Is het normaal dat werknemers uitgebuit worden?”

Fragment uit het stripverhaal met Abdel de Bruxelles "Een klein expresso zonder suiker", die het leven volgt van Steph’, een zelfstandige man die ondanks zijn werk financieel niet meer rond kan komen.

Deze econoom en voormalig voorzitter van het OCMW van Namen, werpt een kritische blik op de toenemende onzekerheid van werknemers in België. Geconfronteerd
met een systeem dat slecht aansluit bij de nieuwe realiteit van werk, stelt hij de huidige instrumenten voor het meten van armoede in vraag en stelt hij structurele hervormingen voor.

De relevantie van de armoede-indicatoren is relatief

Voor Philippe Defeyt moeten we de manier waarop we armoede meten, dringend herzien. “Het armoedecijfer zoals dat vandaag de dag wordt berekend, op basis van het mediane inkomen, weerspiegelt niet de realiteit zoals die door veel mensen wordt ervaren. Iemand kan niet langer arm zijn volgens de statistieken maar nog steeds in precaire omstandigheden leven, of omgekeerd arm zijn volgens de indicator maar profiteren van een breed scala aan materiële hulpmiddelen (sociale huisvesting, gratis reizen, sociale gastarieven, enz.) die feitelijk tegen armoede beschermen.”

De armoede-indicator negeert factoren zoals een te hoge schuldenlast en gezondheidsgerelateerde kosten, die een directe impact hebben op de levensstandaard. Philippe Defeyt pleit voor indicatoren die rekening houden met de reële uitgaven die nodig zijn om een menswaardig leven te leiden. “Als in Wallonië alle mensen die in armoede leven morgen toegang zouden hebben tot sociale huisvesting, hun schulden kwijtgescholden zouden krijgen en gratis maaltijden zouden krijgen, zou het armoedecijfer zoals het vandaag gemeten wordt ongewijzigd blijven, omdat het enkel gebaseerd is op inkomen !”

Hij bespreekt ook de evolutie van definities van armoede, die politieke keuzes blijven die geworteld zijn in hun tijd: “Toen Europa besliste dat iemand als arm werd beschouwd als hij of zij niet 60% van het mediaan inkomen bereikte - terwijl de norm tot dan toe in België 50% van het mediaan inkomen was - verdubbelde het armoedecijfer in ons land bijna, van 7% naar 15% ! Wat we vandaag nodig hebben zijn indicatoren die de echte levensstandaard weerspiegelen, niet alleen inkomens.”

Arme werknemers en het risico op dakloosheid

Philippe Defeyt waarschuwt ervoor om werknemers in onzekere statuten, niet op één hoop te gooien. “Zeggen dat een werknemer arm is alleen omdat hij een laag loon heeft, vertroebelt het beeld. Wat telt is het huishouden waarin hij leeft: hetzelfde salaris als je alleenstaand bent of als je drie personen ten laste hebt, is niet hetzelfde.”

Door de instabiliteit van contracten (uitzendwerk, contracten van bepaalde duur, flexijobs) lopen werknemers een groter risico op baanonzekerheid. “Hoe gefragmenteerder het inkomen, hoe groter het risico om een werkende arme te worden. En als die mensen hun job verliezen, lopen ze het risico dat ze nooit de quota halen die nodig zijn om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering. De wetgeving is gewoon niet aangepast aan hun situatie.”

We mogen niet vergeten dat jobonzekerheid ook een genderdimensie heeft: er zitten meer vrouwen dan mannen in deeltijdse jobs en contracten van bepaalde duur. “Vandaag de dag leven we in een maatschappij waarin sommige mensen 6.000 euro pensioen ontvangen terwijl anderen, vaak vrouwen, het moeten doen met minder dan 800 euro per maand. Dat kan je toch niet verdedigen.”

Philippe Defeyt is ook bezorgd over de toename van dakloosheid, vooral in Brussel. “De situatie verslechtert, en niet alleen door mensen zonder papieren. Zelfs als je hen niet meerekent in de cijfers, neemt het aantal daklozen toe. Achter deze realiteit gaat vaak een levenstraject schuil dat gekenmerkt wordt door geestelijke gezondheidsproblemen die hun bestaansonzekerheid nog vergroten.” Hij wijst erop dat voor sommige mensen programma’s zoals «Housing First» (die stabiele huisvesting bieden voordat andere hulp wordt geboden) goed werken, maar dat dit geen universele oplossing is en benadrukt het belang van het opnieuw opbouwen van een sociaal netwerk rondom de persoon (red: zoals de S.Ac.A.Do., de dienst Thuisbegeleiding van ‘t Eilandje, doet).

Kart #9 Kwetsbare werknemers | De bestaansonzekerheid van werknemers in België, een steeds prangender maatschappelijk probleem 1024 576 L'Ilot

Kart #9 Kwetsbare werknemers | De bestaansonzekerheid van werknemers in België, een steeds prangender maatschappelijk probleem

Fragment uit het stripverhaal met Abdel de Bruxelles "Een klein expresso zonder suiker", die het leven volgt van Steph’, een zelfstandige man die ondanks zijn werk financieel niet meer rond kan komen.

Opeenvolgende crisissen - de financiële, economische, gezondheids- en sociale crisissen - hebben onze maatschappij verzwakt en hebben werknemers in onzekere statuten hard getroffen. Onze vereniging, die actief is in de strijd tegen dakloosheid, is hier dagelijks getuige van : duizenden mensen worden geconfronteerd met jobonzekerheid, het verlies hun woning en een geleidelijke uitholling van hun rechten.

Bijna overal ter wereld heeft het extreemrechtse karakter van politieke debatten geleid tot marginalisatie van de meest kwetsbaren. In België luidt de recente verandering in het politieke landschap hervormingen in die flexibel werken lijken te bevoordelen ten koste van de jobzekerheid. In een klimaat van nieuwe regeringen op verschillende machtsniveaus is het cruciaal om de rechten van werknemers in onzekere statuten weer centraal te stellen in het debat.

Bij ‘t Eilandje weigeren we alleen de symptomen van die onzekerheid te behandelen. We bieden een uitgebreide begeleiding met als doel mensen in staat te stellen hun professionele stabiliteit en blijvende onafhankelijkheid te hervinden. We werken dagelijks samen met de politiek en de overheid en pleiten voor ambitieuze beleidshervormingen die focussen op betaalbare huisvesting, het automatisch toekennen van rechten, werkzekerheid, individualisering van sociale rechten en toegang tot geestelijke gezondheidszorg.

Ons land en onze gewesten moeten oorden van solidariteit worden, waar elke werknemer zijn of haar waardigheid en hoop kan hervinden. In deze geest werken we samen met Abdel de Bruxelles, een geëngageerde striptekenaar die graag de aandacht vestigt op het lijden dat gepaard gaat met onzeker werk. Zijn werk zal binnenkort beschikbaar zijn via al onze communicatiekanalen.

Veel leesplezier!

Ariane Dierickx, Algemeen Directeur

Voltijds en toch platzak: wanneer een job niet langer beschermt tegen kansarmoede 1024 576 L'Ilot

Voltijds en toch platzak: wanneer een job niet langer beschermt tegen kansarmoede

Stijgende huurprijzen, steeds hogere prijzen, een arbeidsmarkt die een maximale 'uberisering' in de hand werkt (waarin werkenden zelfstandige moeten worden, zonder enige zekerheid). Dit is de gevaarlijke cocktail die ons allemaal bedreigt en waardoor we alles kunnen verliezen ! Je denkt dat je veilig bent, beschermd tegen kansarmoede, maar dat is een terechte misvatting, want meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen momenteel het risico op armoede of sociale uitsluiting [1].

Met 1426 euro per maand, leeft hij onder de armoededrempel [2]. Steeds meer mensen mét een job kloppen elke dag bij onze diensten aan. Hoewel ze een job hebben, kunnen veel mensen zich gewoon geen woning meer veroorloven. Deze vrouwen en mannen, vaak onzichtbaar voor de samenleving, worstelen dagelijks om de eindjes aan elkaar te knopen. Hun moed en ambitie blijven krachtig, maar worden soms snel opgeslokt door een dodelijke dynamiek: faillissement, ziekte, stijgende rekeningen... en stijgende prijzen die schaamteloos spelen met hun levens.

In een tijd waarin werk ons niet langer beschermt tegen armoede, moeten we ons verenigen en front vormen: dankzij uw giften kunnen onze opvangdiensten deze werkende mensen ondersteunen die zich in een onzekere situatie bevinden en dakloos zijn. Het is essentieel om deze mensen niet alleen een plek van steun, onderdak voor een aantal maanden te bieden, maar ook een plaats om te werken en elkaar te ontmoeten, zodat ze hun leven weer kunnen opbouwen, hun gevoel van eigenwaarde kunnen terugkrijgen en hun rechten kunnen herstellen. ‘t Eilandje biedt langdurige ondersteuning om mensen vooruit te helpen, hun zelfvertrouwen te herwinnen en weer op weg te helpen naar een leven dat voldoening geeft.

De loonindexatie compenseert de prijsstijgingen niet langer en sommige loonbarema’s weerspiegelen niet langer de realiteit van het leven. Steeds meer werkenden balanceren op de rand van sociale noodhulp, van voedselhulp, van energiearmoede. Sommige mensen kiezen ervoor om hun huis te delen om hun toekomst op korte termijn veilig te stellen. Anderen belanden gewoon op straat, zonder woning.

Kansarmoede onder werkenden is een sluipende plaag.

*schuilnaam. Al onze getuigenissen zijn gebaseerd op onze verschillende ervaringen op het terrein om de anonimiteit van de gebruikers van onze diensten te bewaren.

[1] https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/armoede-en-levensomstandigheden/risico-op-armoede-sociale-uitsluiting

[2] In België ligt de armoedegrens op 1.450 EUR per maand voor een alleenstaande en 3.045 EUR voor een huishouden van twee volwassenen met twee kinderen.

Foto: ©Towfiqu Barbhuiya

De voorstellen van ’t Eilandje om lokale overheden te laten deelnemen aan de strijd tegen dakloosheid 1024 576 L'Ilot

De voorstellen van ’t Eilandje om lokale overheden te laten deelnemen aan de strijd tegen dakloosheid

As 1: Een inclusieve openbare ruimte

Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van lokale overheden is het inrichten van openbare ruimtes. Het is bekend dat publieke en private actoren in het verleden en ook nu nog maar al te vaak openbare ruimtes hebben ontworpen om het gebruik ervan door daklozen te ontmoedigen: banken die zijn opgesplitst om te voorkomen dat mensen gaan liggen, uitsteeksels die voorkomen dat mensen op winkelpuien gaan zitten, of zelfs de volledige verdwijning van straatmeubilair wanneer bepaalde zones worden gerenoveerd om het probleem te “elimineren”. Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor alle mensen die de openbare ruimte gebruiken. Volgens ons is er een ander, meer inclusief type openbare ruimte mogelijk: gastvrij, veilig en met universele diensten voor iedereen, of ze nu een huis hebben of niet.

Hier volgt een niet-uitputtende lijst met aanbevelingen:

Mooi, comfortabel straatmeubilair

We leven in een tijd waarin het gebrek aan gemeenschappelijke ruimten een groot maatschappelijk probleem aan het worden is: steeds meer mensen raken dagelijks geïsoleerd en onze levensstijl - zowel persoonlijk als professioneel - neigt ertoe de mogelijkheden voor mensen om elkaar te ontmoeten te verminderen. Een gastvrije en gezellige openbare ruimte is één antwoord op deze uitdagingen. De recente renovatie van het voetgangerspad in het centrum van Brussel, inclusief de installatie van “schommelstoelen”, heeft veel enthousiasme gewekt bij voorbijgangers. Het is een positief voorbeeld waar andere lokale overheden van zouden kunnen leren. In meer traditionele termen zijn wij van mening dat openbare banken niet alleen moeten blijven bestaan, maar ook talrijker moeten worden.

Bovendien is het tijd om “anti-huislozen”-apparaten te verbieden, die een samenleving die beweert democratisch, zorgzaam en ondersteunend te zijn, onwaardig zijn.

Verbeterde toegang tot sanitair

Een netwerk van openbare toiletten

In vergelijking met andere landen kampt België met een schrijnend gebrek aan openbare toiletten. Dit vormt een echt gezondheidsprobleem en leidt op sommige plaatsen tot onhygiënische omstandigheden en een echte genderongelijkheid, waarbij vrouwen de eerste slachtoffers zijn van dit tekort. Wat betreft interessante initiatieven die veralgemeend kunnen worden, hebben sommige lokale overheden zich bijvoorbeeld ingezet om de toegang tot toiletten in horecagelegenheden te vergemakkelijken. Maar dit is volgens ons niet voldoende: de meest gemarginaliseerde mensen hebben nog te vaak moeite om toegang te krijgen tot deze voorzieningen. Lokale overheden moeten een netwerk van openbare toiletten ontwikkelen dat voor iedereen toegankelijk is. Veel steden over de hele wereld slagen hierin, dus waarom zouden wij dat niet doen?

Verdwijnende openbare baden: een erfgoed dat het bewaren waard is

In de loop van de 20e eeuw sloten Belgische gemeenten geleidelijk het dichte netwerk van openbare baden waarvoor ze verantwoordelijk waren. Terwijl het hebben van een eigen badkamer vroeger een uitzonderlijke luxe was, is het nu de norm geworden. Toch, en dan hebben we het nog niet eens over de mensen die op straat leven, heeft een aanzienlijk deel van de bevolking nog steeds geen badkamer in huis. Deze sluitingen hebben geleid tot de oprichting van gemeenschapsstructuren om dit gebrek te compenseren ('t Eilandje runt twee dagcentra speciaal voor dit doel, maar er zijn ook andere structuren gecreëerd rond deze specifieke behoefte, zoals DoucheFLUX of Rolling Douche in Brussel). Deze voorzieningen zijn echter niet zo 'universeel' als een openbare dienst en kunnen als stigmatiserend worden ervaren, maar ook als onvoldoende om aan de vraag te voldoen. Sommige lokale overheden hebben sociale douches in gemeenschappelijke zwembaden, wat een goed initiatief is dat versterkt zou moeten worden zodat persoonlijke hygiëne niet langer een ontoegankelijke luxe is. Deze voorzieningen zouden gepaard kunnen gaan met lockerdiensten, een essentieel hulpmiddel voor veel daklozen.

Universele toegang tot drinkwater

Onze steden zullen steeds vaker te maken krijgen met intense hittegolven. Toch hebben we, paradoxaal genoeg, een schrijnend gebrek aan toegang tot drinkwater in openbare ruimtes. In vergelijking met Parijs en andere Franse steden is het verschil opvallend. Brussel is begonnen met het verhogen van het aantal drinkwaterfonteinen - een uitstekend initiatief, maar niet genoeg. De gemeenten kunnen meer doen, en dat is ook het geval in Waalse gemeenten zoals Charleroi, waar het tekort schrijnend is.

Het netwerk van Wallace-fonteinen in Parijs: een dicht en oud netwerk

Een schonere stad

Sommige mensen beschouwen daklozen als vuil. Toch is het duidelijk dat iemand die op straat leeft jaarlijks minder afval produceert dan de meerderheid van de bevolking. Ze zijn ook de eerste slachtoffers van een verloederde en vuile omgeving waaraan ze niet kunnen ontsnappen. Het is dus belangrijk om de uitdagingen van openbare netheid te herdenken door ze in deze realiteit te integreren: we hebben meer vuilnisbakken nodig, een frequentere ophaling en meer asbakken om de verspreiding van sigarettenpeuken te beperken.

As 2: Een ondersteunende in plaats van repressieve aanpak

Het lijkt erop dat sommige lokale overheden en burgemeesters, onder het mom van maatregelen om de openbare ruimte “veiliger” te maken, daklozen hard proberen aan te pakken: oproepen om geen geld uit te delen, “opruimacties”, anti-bedelverordeningen, enzovoort. Afgezien van het feit dat deze methoden het probleem niet oplossen (het verplaatst zich gewoon van de ene wijk naar de andere, vaak met een parallelle verslechtering van de situatie van mensen die hun houvast verliezen en de band met de straathoekwerkteams die hen ondersteunen), is deze trend uiterst zorgwekkend. We leven in welvarende samenlevingen: nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid zijn het niveau van comfort en rijkdom zo hoog geweest. In deze context is deze “jacht op de armen” onfatsoenlijk. Meer dan enig ander machtsniveau moeten lokale overheden een steun zijn voor de meest kwetsbare mensen, geen obstakel. Wij vragen dat er een einde komt aan gemeentelijke anti-bedelverordeningen en andere regelgevende maatregelen die erop gericht zijn mensen uit te sluiten van de openbare ruimte. We verwelkomen het beleid van sommige lokale overheden die hun politie- en vredesdiensten heroverwegen om ze meer lokaal te maken: mensen die op straat leven ondersteunen en begeleiden in plaats van ze weg te jagen en te onderdrukken. Dit zal de openbare dienstverlening ten goede komen.

As 3: OCMW's die zich aanpassen aan de behoeften van daklozen

Het OCMW is het belangrijkste instrument waarover gemeenten beschikken om armoede te bestrijden. Helaas vergeten of weigeren nog te veel gemeenten daklozen te ondersteunen. De situatie kan sterk verschillen van gemeente tot gemeente, wat bewijst dat een gemeentelijke meerderheid de praktijken op dit gebied kan beïnvloeden.

Hier zijn enkele voorbeelden van goede praktijken om te bevorderen:

  • eenvoudiger, automatische toegang tot een referentieadres;
  • financiële bijstand bij herhuisvesting van daklozen;
  • minder voorwaardelijke toegang tot het sociale integratie-inkomen (RIS) voor mensen in zeer kwetsbare situaties;
  • minder bureaucratische rompslomp en kortere overstaptijden van het ene OCMW naar het andere;
  • harmonisatie van de regels voor toegang tot dringende medische hulp (AMU) binnen de OCMW's, met een eenvoudige en snelle procedure;
  • diensten die face-to-face toegankelijk zijn: daklozen hebben niet altijd de middelen om te telefoneren of gebruik te maken van het internet;
  • een waardig en menselijk onthaal: al te vaak melden daklozen dat ze tijdens hun bezoek aan de OCMW's met neerbuigendheid of zelfs verbaal geweld te maken krijgen;
  • een referentiepersoon binnen het OCMW, specifiek opgeleid in de problematiek van dakloosheid;
  • een samenwerkingsovereenkomst met de opvangtehuizen in de gemeente om de ondersteuning van mensen die in deze opvangtehuizen wonen te vergemakkelijken en te verbeteren;
  • de opname van ervaringsdeskundigen in de raad van het OCMW om het begrip van en de steun aan daklozen te verbeteren;

Dit alles is alleen mogelijk als de OCMW's over de nodige middelen beschikken om effectief op deze ambities in te spelen. Maar al te vaak lijden deze diensten onder een gebrek aan personeel, wat de uitvoering van hun opdrachten bemoeilijkt en het werk van de OCMW's bemoeilijkt.

As 4: Een gemeentelijk beleid dat rekening houdt met genderkwesties

Zoals besproken in as 1 is de genderproblematiek vaak aanwezig in de daklozenproblematiek, maar wordt ze te vaak verwaarloosd in het gemeentelijk beleid. Studies tonen aan dat de belangrijkste oorzaak van dakloosheid voor vrouwen geweld is: psychologisch, binnen het gezin, echtelijk, seksueel, economisch of soms alles tegelijk.

Lokale overheden moeten dit probleem op twee fronten aanpakken: anticiperen op dergelijk geweld en omgaan met de gevolgen als preventie mislukt. Hier volgen enkele voorstellen op dit gebied:

  • de politie opleiden om op te treden en geweld tegen vrouwen en mensen met een geslachtte voorkomen: maar al te vaak wordt dergelijk geweld gezien als een eenvoudig conflict, waarbij het slachtoffer en de dader tegenover elkaar staan. Dit moet veranderen;
  • beschikken over procedures en middelen om vrouwen en vrouwen van verschillende seksen op te vangen in geval van gevaar. Bijvoorbeeld door speciale transitruimte te creëren;
  • een betere handhaving van het verbod op contact tussen een gewelddadige echtgenoot en zijn slachtoffer. Maar al te vaak overtreden agressors dit verbod zonder lastig gevallen te worden. Lokale politiekorpsen moeten beter luisteren naar slachtoffers en rekening houden met hun mening.

Naast de kwestie van geweld tegen vrouwen en genderspecifieke mensen, moeten lokale overheden de genderdimensie integreren in al hun beslissingen. Dit geldt in het bijzonder als het gaat om dakloosheid: vandaag de dag is het beleid nog steeds grotendeels ontworpen voor een “typisch” mannelijk profiel. Het is echter essentieel om rekening te houden met de diversiteit van de achtergrond van mensen, te beginnen met de specifieke kenmerken van vrouwelijke sans-soirisme.

As 5: Toegang tot fatsoenlijke en betaalbare huisvesting

We kunnen het hebben over openbare ruimte en hoe die wordt beheerd, maar uiteindelijk is de weg uit dakloosheid via toegang tot huisvesting. Lokale overheden hebben hier een sleutelrol te spelen.

Een beleid tegen leegstaande woningen

Onze samenlevingen worden geconfronteerd met een paradox: aan de ene kant leegstaande, onbewoonde woningen, aan de andere kant mensen die op straat slapen omdat ze geen onderdak hebben. Het probleem van leegstaande woningen aanpakken helpt om het aantal beschikbare woningen te verhogen, wat een positief effect heeft op de strijd tegen dakloosheid. Veel lokale overheden hebben soms zware belastingen ingevoerd op leegstaande gebouwen, maar dat is niet genoeg: ze moeten ze nog steeds identificeren. Sommige hebben ook programma's ontwikkeld om verwaarloosde gebouwen op te knappen en ze vervolgens een sociale bestemming te geven. Dit soort initiatieven moet worden aangemoedigd.

Gemeentelijke woningvoorraad beschikbaar maken

Bijna alle lokale overheden hebben hun eigen woningvoorraad, maar de manier waarop die wordt beheerd verschilt sterk van gemeente tot gemeente. Voor sommigen is het een bron van inkomsten, voor anderen een hefboom voor sociale actie. Als elke lokale overheid een deel van haar voorraad zou gebruiken om daklozen te herhuisvesten, zou dat een aanzienlijke impact hebben op onze sector, die het steeds moeilijker heeft om beschikbare huisvesting te vinden.

Sociale criteria opnemen in bouwprojecten

Een van de belangrijkste hefbomen die lokale overheden hebben op de woningmarkt zijn hun stedenbouwkundige procedures. Wanneer grote bouwprojecten aan hen worden voorgelegd, zouden lokale overheden systematisch moeten eisen dat een deel ervan wordt gereserveerd voor sociale huisvesting. Doen ze dit niet, dan draagt dit bij tot een toename van het aantal nieuwe en dure woningen, ten koste van betaalbare woningen. Het garanderen van een deel sociale huisvesting betekent dat er toegankelijke plaatsen beschikbaar blijven voor mensen in zeer precaire situaties, zodat niemand achterblijft.

Video met Benjamin Peltier, belangenbehartiger 't Eilandje.

Jaarverslag 2023: twee cruciale projecten staan op punt 1024 576 L'Ilot

Jaarverslag 2023: twee cruciale projecten staan op punt

Ons jaarverslag voor 2023 is zojuist gepubliceerd! Het is een gelegenheid om de balans op te maken, in beelden en cijfers, van onze plannen voor 2023.

Het afgelopen jaar vormde een scharnierpunt in onze werking: twee belangrijke projecten voor mensen die geen of een slechte woning hebben, werden afgerond: de opening van ons dagcentrum door en voor vrouwen - Circé van ‘t Eilandje - en de nieuwe plek van ons gemengd dagcentrum, waaraan al enkele jaren werd gewerkt.

In 2023 heeft onze samenleving geen nadruk gelegd op samen-leven en solidariteit, waarden die centraal staan in het werk van ‘t Eilandje. In dit verkiezingsjaar en met het oog op de uitdagingen waar we voor staan, moeten we samen onze inspanningen verdubbelen zodat we, naar ik hoop, in 2024 concrete vooruitgang kunnen boeken ten gunste van mensen die geen of een slechte woning hebben of die dreigen dakloos te worden. Onze motivatie om ooit een einde te maken aan dakloosheid blijft intact. En dit zal hernieuwde inspanningen vereisen op het gebied van mobilisatie, pleitbezorging en niet aflatend werk aan de basis, wat we ongetwijfeld samen met u zullen doen.

Foto: © Layla Aerts

Nieuwe regels voor belastingcertificaten 1024 576 L'Ilot

Nieuwe regels voor belastingcertificaten

Eind 2023 werd een nieuwe verordening aangenomen met betrekking tot belastingcertificaten. Deze verplicht NGO's en non-profitorganisaties die belastingcertificaten uitgeven (zoals 't Eilandje) om de nationale nummers van hun donoren in het belastingcertificaat op te nemen (Obligation SPF Finances - art 323/3 CIR92).

Uw voordeel

Dit zou donoren in staat moeten stellen om automatisch te profiteren van aftrekbaarheid in hun vereenvoudigde belastingaangiftevoorstel in 2025. Je zult nog steeds profiteren van een belastingvermindering van 45% van het cumulatieve bedrag van je donaties per kalenderjaar. Dus als je een donatie doet van €100, krijg je een belastingvermindering van €45.

Om het eenvoudiger te maken, vragen we je om ons je identificatienummer in het nationale register te geven. Voor particulieren staat dit op de achterkant van je Belgische identiteitskaart. Voor bedrijven is dit het nummer van de Banque Carrefour des Entreprises (BCE).

Hoe te versturen

Je kunt dit aangeven wanneer je een donatie doet via het online platform.

Als je je nationale nummer rechtstreeks naar ons wilt sturen, kun je dit doen door een e-mail te sturen naar schenkers@eilandjevzw.be, met vermelding van je volledige naam en postadres. 

Huisuitzettingen: de fabriek van daklozen. 1024 576 L'Ilot

Huisuitzettingen: de fabriek van daklozen.

Wat een dakloze definieert, is precies het feit dat hij of zij geen eigen huis heeft. Heel vaak komen mensen in deze situatie terecht doordat ze uit hun huis zijn gezet. Dit is geen onbelangrijke gebeurtenis. Dakloos worden betekent plotseling blootgesteld worden aan een groot aantal problemen die een blijvende impact hebben op de betrokken personen. Iedereen is zich bewust van dit probleem, wat een van de redenen is waarom Europese landen in Lissabon een ambitieuze overeenkomst hebben ondertekend om een einde te maken aan dakloosheid.

En toch, paradoxaal genoeg, gaan uitzettingen door in een industrieel tempo. Dit is te wijten aan het feit dat de juridische wereld als geheel nog steeds een visie op huisvesting heeft die niet is bijgewerkt: hun primaire doelstelling is nog steeds het garanderen van de strikte toepassing van contracten in plaats van het grondwettelijke recht op fatsoenlijke huisvesting voor iedereen.

Cijfers voor Brussel

In Brussel worden elke dag van het jaar 11 uitzettingsvonnissen uitgesproken. Dat zijn er bijna 4.000 per jaar. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, want er zijn ook nog alle verkapte uitzettingen: mensen die uit hun woning worden gezet zonder dat ze ooit voor de rechtbank verschijnen en zonder dat ze zich kunnen verdedigen.

In 6 van de 10 gevallen wordt het vonnis uitgesproken in afwezigheid van de huurder, die zich dus niet kan verdedigen.

Als de verhuurder afwezig is bij de hoorzitting, wordt de zaak niet behandeld. Het systeem is zodanig dat het de verhuurder meer beschermt tegen het verliezen van geld dan dat het de huurder beschermt tegen het verliezen van een fundamenteel recht: huisvesting.

Toch is dit vastgelegd in de Belgische grondwet:
“Art. 23
Een ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
[Daartoe waarborgen de wet, de decreten of de reglementen de economische, sociale en culturele rechten. Deze rechten omvatten in het bijzonder :
[...] het recht op behoorlijke huisvesting;”.

De gevolgen van uitzettingen

Uitzetting⋅e is geen kleinigheid: het vinden van betaalbare huisvesting voor mensen met een laag inkomen is in Brussel zo goed als onmogelijk geworden. Het is dus onmogelijk voor deze mensen om een woning te vinden op de privémarkt. De sociale huisvesting is volledig verzadigd: met meer dan 50.000 huishoudens op de wachtlijst duurt het 5, 10 of zelfs 15 jaar, afhankelijk van het profiel, om een eerste woning aangeboden te krijgen.

In deze omstandigheden is uitzetting synoniem met het begin van dakloosheid: opvang in noodopvang, onderdak bij vrienden of zelfs aankomst op straat.

Studies hebben ook de psychologische impact aangetoond op de gezondheid van de betrokken personen, in het bijzonder kinderen, die blijvend getroffen worden door deze onzekerheid. Als er in een noodsituatie al huisvesting gevonden kan worden, gaat het bijna altijd om huisvesting die grote veranderingen met zich meebrengt: mensen moeten vaak verhuizen naar een nieuwe buurt, verliezen hun sociale kring, hun steun, de school van hun kinderen, enz.

Deze factoren creëren een bijzonder netelige situatie voor gezinnen met meerdere kinderen: deze mensen zijn niet beschermd tegen uitzetting, integendeel zelfs, maar ze ondervinden ook nog grotere negatieve gevolgen wanneer ze worden uitgezet, zoals de onmogelijkheid om nieuwe huisvesting te vinden en de nefaste gevolgen voor het evenwicht en de scholing van hun kinderen. Tot slot kan dit leiden tot het ontstaan van sociale reproductiecircuits: onder de daklozen begonnen sommigen hun straatleven in hun kindertijd zonder dat ze erin slaagden het te verlaten wanneer ze volwassen waren.

Video met Pernelle Godart, onderzoeker aan de ULB.

Video met Adèle Morvan, sociaal werker bij SACADO.

Een kwestie van (sociale) rechtvaardigheid

Sommigen zouden geneigd kunnen zijn om dit als een vorm van rechtvaardigheid te zien: als je je huur niet naar behoren betaalt, “verdien” je het om daar de gevolgen van te ondervinden. Maar dit miskent wat er op het spel staat als het gaat om huisvesting in termen van sociale rechtvaardigheid: iemand die zijn hele leven gedwongen heeft moeten huren, zal aan het eind van zijn leven gemiddeld meer geld hebben uitgegeven aan huisvesting dan een meer welgesteld persoon, ook al zal hij in een woning hebben gewoond van veel slechtere kwaliteit, zo niet ronduit ongezellig. Om nog maar te zwijgen van een weinig bekend feit: uit huis gezet worden kost veel geld, omdat een deel van de kosten van de uitzetting in rekening wordt gebracht bij de persoon die uit huis wordt gezet, die vervolgens dubbel gestraft wordt.

Een discriminerende praktijk

Cijfers tonen aan dat je een grotere kans hebt om uitgezet te worden als je van buitenlandse afkomst bent, als je kinderen hebt, als je arm bent, als je zwart bent⋅e. Bovendien tellen deze gevolgen niet op: als je deze kenmerken combineert, vermenigvuldigen ze zich.

Dezelfde mensen die nu al het meest gediscrimineerd worden op de woningmarkt, lopen ook het grootste risico om uit hun huis gezet te worden. Toch zou hun moeilijke toegang tot de woningmarkt een extra reden moeten zijn voor bescherming tegen uitzetting. Helaas is dit niet het geval, wat UNIA ertoe gebracht heeft een advies over deze kwestie op te stellen waarin het deze richtlijnen herhaalt en erop aandringt dat

Video met Anaïs Lefrère, Unia-medewerker.

KART #8 | Kantelen en dakloosheid: “Ik weet alleen dat ik dezelfde fouten niet meer zal maken.” 1024 576 L'Ilot

KART #8 | Kantelen en dakloosheid: “Ik weet alleen dat ik dezelfde fouten niet meer zal maken.”

In het kloppende hart van onze steden, achter de heldere gevels en glinsterende etalages, liggen verhalen die onzichtbaar zijn voor het blote oog, levens die overschaduwd worden door de schaduw van dakloosheid. Een van deze verhalen is dat van Guy, die er niets mee te maken had dat hij op straat belandde. Hij had een stabiele baan in HoReCa, een partner, kinderen en een sociaal leven... een schijnbare normaliteit die werd verbroken op de dag dat hij zijn huis verloor door zijn gokverslaving.

Door middel van Guy's aangrijpende getuigenis wil 't Eilandje ons eraan herinneren dat "het niet alleen andere mensen overkomt" en dat mensen die nooit voorbestemd waren voor dakloosheid en bestaansonzekerheid ook dakloos kunnen worden. Guy deelt met ons zijn levensverhaal, getekend door ontberingen: het verlies van zijn huis, zijn jaren in de gevangenis, het verlies van contact met zijn dochters...

JE KIEST ER NIET VOOR OM OP STRAAT TE
BELANDEN. PLOTS OVERKOMT JE IETS.

Het globale begeleidingsaanbod dat ‘t Eilandje aanbiedt, geeft de kans om die vernietigende cyclus te doorbreken en biedt niet alleen onderdak, maar ook steun bij de wederopbouw van verwoeste levens. het verhaal van Guy, hoewel getekend door momenten van diepe ellende, is er ook een van hoop en genezing dankzij de interventie van 't Eilandje. Sinds juli vorig jaar verblijft Guy in het opvangcentrum voor dakloze mannen 't Eilandje in Marchienne-au-Pont, waar hij zijn leven opnieuw kan opbouwen en zich kan stabiliseren in afwachting van een woning.

Foto's: © Layla Aerts

"In totaal heb ik zes jaar op straat doorgebracht voordat ik afgelopen juli bij 't Eilandje aankwam."

Het omslagpunt is wanneer je portemonnee leeg begint te raken! Het leven is duur, je moet jezelf voeden... Ik heb 35 jaar in de HoReCa en in de bouw gewerkt, ik had een baan, twee kinderen, een vrouw, maar er kwam een moment dat werken voor de kost niet meer genoeg was.

Ik heb ook een gokinstinct, wat niet helpt. Ik was een dwaas, maar er is geen geheim voor gokverslaving, het leidt tot geldproblemen... En gokken deed me vallen: ik begon te stelen, te roven... Nooit gewelddadig. Maar uiteindelijk heb ik meer dan 20 jaar in de gevangenis gezeten. Door mijn geld- en gokproblemen en door de gevangenis verloor ik mijn huis.

In totaal heb ik zes jaar op straat doorgebracht voordat ik afgelopen juli bij 't Eilandje aankwam.

Tijd om het contact met mijn twee dochters van 33 en 25 jaar te verliezen. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, ze horen in die periode alleen de stem van hun moeder. Ik kon er niets aan doen. Als je geen situatie hebt, is het ingewikkeld om jezelf te verdedigen. Ik voelde me niet in staat om met hen te gaan praten, om mijn situatie uit te leggen.

"Ik weet alleen dat ik dezelfde fouten niet meer zal maken."

Er is een reden waarom er zoveel zelfmoorden zijn. Ik ben een optimist. Ik zeg tegen mezelf dat ik geboren ben om te leven, niet om mezelf op te blazen. Mensen kunnen over me oordelen. Wat ik heb meegemaakt, heb ik meegemaakt, ik kan niet meer terug. Wat ik wel weet is dat ik niet weer dezelfde fouten zal maken. Wat ik nu nodig heb om verder te gaan met mijn leven is een plek vinden om te wonen. Zodra dat gebeurd is, ben ik ervan overtuigd dat ik een normaal leven kan leiden.

Ondertussen begrijp ik niet hoe zoveel mensen in de kou kunnen blijven staan. We moeten meer solidariteit tonen, het heeft geen zin om mensen te stigmatiseren.

Hoe u kunt helpen

Jouw steun is cruciaal. Elk gebaar telt om een verschil te maken in het leven van daklozen. We nodigen u uit om in contact te blijven met 't Eilandje, onze acties te volgen en te ontdekken hoe we samen dakloosheid kunnen helpen voorkomen en bestrijden.

Wil je op een meer praktische manier helpen?

Je kunt ook een donatie doen om ons op een praktische manier te steunen. Ontdek hier hoe jouw donatie ons helpt om de continuïteit van onze diensten te garanderen, want dankzij jou kunnen we onze buren helpen.

Elke daad telt, doe vandaag nog een gift:

Avec le soutien de

KART #8 | Kantelen en dakloosheid: “Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn, net als iedereen.” 1024 576 L'Ilot

KART #8 | Kantelen en dakloosheid: “Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn, net als iedereen.”

In het kloppende hart van onze steden, achter de heldere gevels en glinsterende etalages, liggen verhalen die onzichtbaar zijn voor het blote oog, levens die overschaduwd worden door de schaduw van dakloosheid. Een van deze verhalen is dat van Isabelle, die sinds haar 16e dakloos is. Ze is nu 52. Net als iedereen hoopte ze op een gelukkig leven, een baan, een huis, een normaal leven. Tot het zoveelste keerpunt: de scheiding van haar ontrouwe partner, de ontdekking van onbetaalde huur, uitzetting en opnieuw het geweld van de straat.

Door middel van Isabelle's aangrijpende getuigenis wil 't Eilandje ons eraan herinneren dat "het niet alleen andere mensen overkomt" en dat mensen die nooit voorbestemd waren voor dakloosheid en bestaansonzekerheid ook dakloos kunnen worden. Isabelle deelt met ons haar levensreis, getekend door ontberingen: het verlies van haar vader, haar voortdurende steun ondanks zijn ziekte van Alzheimer, het geweld en misbruik waar ze mee te maken kreeg, en haar strijd om te blijven hopen en vooruit te gaan ondanks wanhoop.

JE KIEST ER NIET VOOR OM OP STRAAT TE
BELANDEN. PLOTS OVERKOMT JE IETS.

Het globale begeleidingsaanbod dat ‘t Eilandje aanbiedt, geeft de kans om die vernietigende cyclus te doorbreken en biedt niet alleen onderdak, maar ook steun bij de wederopbouw van verwoeste levens. het verhaal van Isabelle, hoewel getekend door momenten van diepe ellende, is er ook een van hoop en genezing dankzij de interventie van 't Eilandje. Vandaag de dag maakt Isabelle regelmatig gebruik van het Circé dagcentrum van het Eilandje voor dakloze vrouwen, waar ze kan douchen, rusten en psychosociale ondersteuning krijgt in een veilige, rustgevende omgeving.

Foto's: © Layla Aerts

"Het is de eerste keer dat ik alleen op straat sta, hoewel ik er al 30 jaar kom."

Het keerpunt kwam een paar weken geleden. Tot die tijd leefde ik op straat met mijn vader. Hij is 72 jaar oud en heeft me altijd geholpen. Hij leed al een paar jaar aan Alzheimer, maar hij stond altijd aan mijn zijde.

Samen, met zijn kleine pensioen en mijn ziektekostenverzekering, konden we ons af en toe nog een nacht in een hotel veroorloven. Maar een paar weken geleden werd hij na een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis van César de Paepe. Nu zijn zijn benen verlamd en woon ik alleen.

Het is de eerste keer dat ik alleen op straat sta, hoewel ik er al 30 jaar kom. Voordat ik bij mijn vader was, had ik een vriendje, Sofiane, die ik ontmoette in het metrostation Botanique. Hij was gewelddadig en zette me aan tot drugsgebruik. Hij stierf uiteindelijk twee jaar geleden. Een jaar na mijn moeder. Zijn dood was nog een schok.

Een paar weken geleden stond ik voor het eerst alleen op straat. Dit leidde ertoe dat ik een zelfmoordpoging deed nadat ik was verkracht. Ik sliep in een hotel toen ik op straat werd aangesproken door een vrouw die acht maanden zwanger was. Ik zei haar dat ze met me mee mocht komen, zolang ze maar alleen kwam. Ik was niet van plan om een vrouw die acht maanden zwanger was op straat achter te laten...

Uiteindelijk kwam ze met iemand die ze aan me voorstelde als haar neef. We gingen naar de slaapkamer, zij gingen naar de badkamer en riepen me. Ik had het al begrepen. Ik ging naar binnen en ze deden de deur dicht. Mijn gezicht werd ingeslagen, zij zat met haar hele gewicht op mijn benen en hij verkrachtte me. Toen probeerde ik mezelf te neuken, maar ik miste.

"Zonder 't Eilandje zou ik zijn gestorven. Circé heeft mijn leven gered."

Sindsdien, en zonder "t Eilandje, zou ik dood zijn. Jij hebt mijn leven gered. Circé heeft mijn leven gered. Ik voel me daar beschermd. Ze luisteren niet op dezelfde manier naar mij, we kunnen echt met elkaar praten. De werkers zien dat ik me niet goed voel. Als ik me down voel. Als ik wil huilen of donkere gedachten heb. Ik ben er duidelijk nog niet klaar voor om mannen te zien.

Maar ik boek nog steeds vooruitgang. Over een paar maanden, kreeg ik onlangs een telefoontje, krijg ik een flat. Ik ben de eerste op de lijst. Zo kan ik weer een normaal leven leiden, zoals normale mensen. Het is onbetaalbaar. Ik zal mijn kinderen en kleinkinderen kunnen zien. Mijn enige wens vandaag is omringd te zijn.

"Mijn dochters denken veel aan me, zij zijn de eersten die me bellen."

In mijn ongeluk heb ik geluk. Ik heb nooit contact gehad met mijn ouders, die al die jaren op straat goed voor mijn kinderen hebben gezorgd. Dankzij hen ben ik nu oma van twee jongetjes en twee meisjes, geboren op 30 december 2023. Mijn dochters denken veel aan me, ze zijn de eersten die me bellen: "Mama, waar ben je? Waar slaap je? Heb je geld nodig?"

Als ze het zich konden veroorloven, namen ze me mee naar huis. Ze hebben me nooit veroordeeld. Toen ik ze kreeg, was ik nog zo jong. Mijn eerste toen ik 17 was. Ik woonde nog bij mijn ouders, toen kreeg ik mijn tweede kleintje, in mijn eigen huis. Een kleine flat, maar met alles wat ik nodig had. Ik dacht dat ik gelukkig zou zijn, net als iedereen. Maar toen verloor ik alles en dat brak me. Het was moeilijk. Mijn partner, die alles op zijn naam had gezet, stopte met betalen. En hij bedroog me. We gingen uit elkaar en ik werd vader en moeder van mijn kinderen. Sindsdien leef ik al jaren op een half hart, maar ik blijf vechten.

Hoe u kunt helpen

Jouw steun is cruciaal. Elk gebaar telt om een verschil te maken in het leven van daklozen. We nodigen u uit om in contact te blijven met 't Eilandje, onze acties te volgen en te ontdekken hoe we samen dakloosheid kunnen helpen voorkomen en bestrijden.

Wil je op een meer praktische manier helpen?

Je kunt ook een donatie doen om ons op een praktische manier te steunen. Ontdek hier hoe jouw donatie ons helpt om de continuïteit van onze diensten te garanderen, want dankzij jou kunnen we onze buren helpen.

Elke daad telt, doe vandaag nog een gift:

Met de steun van