fbpx
  • 20 juli 2020

L’INJUSTE DESTIN DU PANGOLIN

L’INJUSTE DESTIN DU PANGOLIN

L’INJUSTE DESTIN DU PANGOLIN 1024 683 L'Ilot

Het onterechte lot van de pangolin, een vervolgverhaal op de radio van radio RTBf-La Première, is een kroniek van de Covid-19-crisis en is nu als boek uitgegeven. De auteursrechten en de opbrengsten worden doorgestort aan drie verenigingen: ‘t Eilandje, Cœur SDF en het Plateforme Citoyenne BXLRefugees.

Vragen aan Myriam Leroy

Wat was de bedoeling van het projeCt?

Het boek documenteert de crisis. Het was een beetje een voorwendsel om te spreken over de dingen die waar we allemaal doorheen gaan, om te spreken over die onrustwekkende informatie die men ons geeft tot we er misselijk van worden, over dat ding dat we niet moeten vergeten. Door het te documenteren in de vorm van fictie, konen we ons als auteurs amuseren bij het werk, en we hadden allemaal het gevoel, zonder dat we daar precies de vinger konden op leggen, dat het goed zou kunnen zijn om een spoor te bewaren van dit ding om het te herinneren, om het niet te vergeten. Ik denk dat de toon van de tekst ook verandert doorheen de tijd. Aan het einde vertellen we de dingen helemaal niet meer op dezelfde manier als in het begin. Aan het begin is het erg zenuwachtig, we vroegen ons af hoe het allemaal ging aflopen, of we niet allemaal gingen sterven. Aan het einde mindert dat een beetje, en dat laat ruimte voor dingen die meer humoristisch, meer anekdotisch zijn. Ik denk dat het idee echt was om de vinger aan de pols te houden, naar de situatie toe en bij onszelf, en om daar een spoor van te bewaren.

De overstap van een gesproken naar een geschreven verhaal …?

Bij aanvang was het echt een radioproject. Het was niet als boek bedoeld. Het is eerder een herinnering. Het boek is een herinnering aan het vervolgverhaal op de radio. De radio is een medium waar veel mensen zich hebben teruggetrokken. We zagen een terugkeer naar de traditionele media. De mensen wilden informatie van een bron die ze betrouwbaar vonden. We hebben de indruk dat er zelden zoveel naar de radio werd geluisterd als tijdens de lockdown.

Waarom hebt u besloten om verenIgingen te steunen, waaronder ‘t Eilandje?

We hebben het altijd onbetamelijk gevonden om een dergelijk boek voor eigen gewin te verkopen. Ik spreek voor mezelf: ik het gemerkt dat verenigingen concreet steunen, een manier was om met beide voeten in de werkelijkheid te blijven en om je niet helemaal nutteloos en machteloos te voelen. In deze crisis vond ik het bijzonder beangstigend dat je niets kon doen. Een financieel duwtje in de rug geven, of die verengingen op het terrein een handje helpen, dat heeft mij persoonlijk deugd gedaan. Ik denk dat ik niet de enige van de auteurs van het boek ben die zich heeft geëngageerd.

Jérôme Colin heeft voorgesteld om het voor verenigingen te doen, wat ons vanzelfsprekend leek. Hij heeft ons toen gevraagd om verenigingen voor te stellen. De drie die werden gekozen, waren degene die het vaakst genoemd worden, en het zouden er dus ook drie andere kunnen geweest zijn.

De vraag van dakloosheid heeft iedereen zich gesteld in de Covid-periode. We bleven maar denken over dingen als thuis, huis, grondgebied, vrijheid. Over huis als bescherming, als tweede huid, als een scherm tussen jezelf en de gevaren van de wereld. We hebben allemaal gedacht aan mensen die slecht behuisd zijn, en zeker ook aan degene die helemaal géén huis hebben. Deze crisis heeft een pijnlijk licht geworpen op de dingen die we allemaal al wisten, maar nu kan men er niet meer omheen dat er diepe en structurele ongelijkheden zijn, dat mensen aan hun lot worden overgelaten, dat mensen compleet worden achtergelaten.