fbpx

Uncategorized

KART #8 | Je kiest er niet voor om op straat te belanden. Plots overkomt je iets. 1024 576 L'Ilot

KART #8 | Je kiest er niet voor om op straat te belanden. Plots overkomt je iets.

Je perspectief op dakloosheid veranderen: een realiteit dichterbij dan je denkt

ʼt Eilandje bestrijdt al 60 jaar dakloosheid en extreme armoede door in te spelen op de behoeften van mensen die geen of een slechts woning hebben. Met onze 60 jaar ervaring in de begeleiding van mensen in zeer kwetsbare situaties, mensen die geen of een slechte woning hebben, kunnen we onomwonden zeggen: je kiest er niet voor om op straat te belanden en de realiteit die mensen er op een dag toe brengt om op straat te leven, is uiteraard complex en zeer genuanceerd.

Je kiest er niet voor om op straat te belanden. Plots overkomt je iets.

In deze nieuwe publicatie delen we met u de verhalen van Isabelle, Violette, Guy en Pascal - mensen die we in onze diensten hebben ontmoet en die ons vertellen over de dag waarop voor hen alles is veranderd. Hun dagelijkse leven, gekenmerkt door een stabiele baan, een gezin en een bevredigend sociaal leven, werd door onvoorziene gebeurtenissen op zijn kop gezet, waardoor hun 'normale' leven in een spiraal van dakloosheid terechtkwam.

  • Pascal, voorheen elektricien, deelde een vredig leven met zijn partner.
  • Violette werkte als evenementenorganisator en leidde een comfortabel leven met haar man, die arts was.
  • Guy, actief in HoReCa, zag zijn stabiliteit instorten door een gokverslaving.
  • Isabelle leeft sinds haar 16e op straat en werd onlangs geconfronteerd met verraad en uitzetting.

Deze verhalen illustreren een harde waarheid: dakloosheid is nooit een keuze en soms is er maar iets kleins nodig om alles te veranderen.

Onze actie

Het globale begeleidingsaanbod dat ‘t Eilandje aanbiedt, geeft de kans om die vernietigende cyclus te doorbreken. Van noodopvang tot iemand (opnieuw) in een woning helpen, via het herstel van de rechten, tijdelijk verblijf in een opvanghuis, thuisbegeleiding of opleiding, de teams op het terrein stellen een heel palet uiteenlopende oplossingen ter beschikking van mensen die een slechte of geen woning hebben of dreigen dakloos te worden, om hen te ondersteunen bij het opstarten van een nieuw levenstraject.

Hoe u kunt helpen

Jouw steun is cruciaal. Elk gebaar telt om een verschil te maken in het leven van daklozen. We nodigen u uit om in contact te blijven met 't Eilandje, onze acties te volgen en te ontdekken hoe we samen dakloosheid kunnen helpen voorkomen en bestrijden.

Wil je op een meer praktische manier helpen?

Je kunt ook een donatie doen om ons op een praktische manier te steunen. Ontdek hier hoe jouw donatie ons helpt om de continuïteit van onze diensten te garanderen, want dankzij jou kunnen we onze buren helpen.

Elke daad telt, doe vandaag nog een gift:

SOS : SOCIAL SECTOR OUT OF SERVICE DAKLOOSHEIDSCRISIS IN BRUSSEL NOODKREET VAN EEN UITGEPUTTE SECTOR of UITGEPUTTE SECTOR ROEPT OM HULP 1024 576 L'Ilot

SOS : SOCIAL SECTOR OUT OF SERVICE DAKLOOSHEIDSCRISIS IN BRUSSEL NOODKREET VAN EEN UITGEPUTTE SECTOR of UITGEPUTTE SECTOR ROEPT OM HULP

Voor het eerst in vijf jaar, een periode waarin crisissen elkaar opvolgden, leggen werknemers van de sectoren die hulpverlening en begeleiding bieden aan dak- en thuislozen, op 13 maart een symbolisch uur lang het werk neer.

Deze actie wil de aandacht vestigen op de kritieke situatie van dakloosheid in Brussel. Daarnaast benadrukt het de grote uitdagingen voor werknemers in deze sector. Het doel is om de overheden aan te sporen om dringende maatregelen te nemen.

2.144.000 Belgen, oftewel 18,7% van de bevolking, loopt het risico op armoede of sociale uitsluiting volgens Statbel. Actie is dus noodzakelijk. In Brussel gaat het om 415.000 mensen, oftewel 34% van de bevolking. Meer dan 7.000 van hen zijn dakloos of slecht
gehuisvest. Dat is een stijging van bijna 20% in twee jaar, rapporteerde Bruss'help in oktober 2022.

De situatie is alarmerend en verslechtert door een constante toename van mensen die hulpen begeleidingsdiensten nodig hebben. Als gevolg daarvan staat de sector al enkele jaren voor een oververzadiging van bestaande opvangvoorzieningen, ondanks een toename aan beschikbare plaatsen. Dit draagt bij aan de armoede onder de bevolking en brengt mensen die niet worden opgevangen in gevaar.

Eisen en aanbevelingen

De sector trekt aan de alarmbel en roept de eerste minister, Alexander De Croo, en de Brusselse minister-president, Rudi Vervoort, op tot actie. Ze doen vier alarmerende vaststellingen over de overbelasting van hulplijnen en geven concrete voorstellen om uit deze impasse te geraken. Ze stellen vast dat de opvangvoorzieningen verzadigd zijn. Dit leidt tot een concurrentiestrijd tussen doelgroepen, waardoor het principe van onvoorwaardelijke hulp in gevaar komt. Mensen op het terrein worden gedwongen om onmogelijke keuzes te maken tussen verschillende doelgroepen, door een gebrek aan voldoende plaatsen. De huidige crisis en het gebrek aan perspectief op duurzame re-integratie voor mensen zorgen voor een toename aan spanningen en geweld binnen de hulp- en opvangstructuren. In deze omstandigheden raken de mensen op het terrein uitgeput. De aanhoudende uitdagingen en beperkte middelen verslechteren de situatie nog verder.

De sector slaat alarm en stelt oplossingen voor. De voorgestelde maatregelen dienen de preventie van huisvestingsverlies te versterken. Ook willen ze de toegang tot het hulpverleningssysteem en de uitstapmogelijkheden ervan verbeteren. Het doel is een waardige opvang te garanderen voor alle doelgroepen, ongeacht hun administratieve status. Daarnaast benadrukt de sector de noodzaak om in te zetten op een strategisch plan om toekomstige crisissen te voorkomen. Ze pleiten ook voor meer waardering voor het personeel in de sociale en gezondheidssector.

Actie

Dit is meer dan een gewone actie. Het is een collectieve oproep van sociale urgentie. Voor deze ongeziene mobilisatie onderbreken de diensten van de sector tijdelijk hun gebruikelijke activiteiten van 11.00 tot 12.00 uur. Een symbolisch moment voor teams die het hele jaar
door onder druk werken, zowel in de zomer als in de winter. Tijdens dit uur zullen de diensten worden opgeschort en [actie] om de uitdagingen te benadrukken waarmee sectoren van opvang en begeleiding van kwetsbare groepen worden geconfronteerd.

Met deze SOS vraagt de hulpsector niet alleen om onmiddellijke veranderingen, maar ook om een langetermijnaanpak om de onderliggende structurele problemen van dakloosheid op te lossen. Ze benadrukken het cruciale belang van een strategisch plan om aan een
toekomst te bouwen waarin iedereen recht heeft op fatsoenlijke huisvesting, op waardigheid en op toegankelijke sociale diensten.

Loop de 20km van Brussel in 2024 mee met ‘t Eilandje! 1024 576 L'Ilot

Loop de 20km van Brussel in 2024 mee met ‘t Eilandje!

Dit jaar gaat de 20km van Brussel door op zondag 26 mei. Ben je van plan om mee te lopen? Loop ten gunste van ‘t Eilandje en help ons blijvend tegen dakloosheid te strijden!

De inschrijving voor de 20km van Brussel is geopend!

Al meer dan 40 jaar komen elk jaar meer dan 40 000 lopers samen voor de 20km van Brussel! Een absolute must voor elke sporter die een uitdaging zoekt!

Ook dit jaar neemt ‘t Eilandje deel aan de 20 km van Brussel door een team lopers samen te stellen. Ook stappers. Door je voor 50 euro aan te sluiten bij het team van ‘t Eilandje krijg je heel wat voordelen, die we hieronder opsommen.

Waarom loop je met ‘t Eilandje?
  • Met die 50 euro, draag je bij tot de inschrijvingskosten en tot de organisatie op de dag zelf.
  • Met de 50 euro die je (verplicht) individueel inzamelt, steun je onze werking  aan de zijde van mensen die geen of een slechte woning hebben.
  • Zelf moet je voor niets meer zorgen: wij zorgen voor alle stappen om je bij de organisatoren in te schrijven.
  • Je kan in onze stand gebruik maken van een beveiligde vestiaire waar je je spullen kan achterlaten.
  • Je krijgt een origineel loopshirt in de kleuren van onze organisatie.
  • Bevoorrading en aanmoediging  langsheen het traject, een snack en een drankje aan het einde van de run.  
Start je inzameling

Start je individuele inzameling (met een doelstelling van minimum 50 € die je per persoon verplicht moet halen) en spreek je familie en vrienden aan.

Voor meer informatie: lees ons dossier met de presentatie

Vragen? Neem contact met Martin Grimberghs : m.grimberghs@ilot.be

Inwijding van het nieuwe dagcentrum 1024 576 L'Ilot

Inwijding van het nieuwe dagcentrum

Op dinsdag 10 oktober opent vzw L'Ilot haar gloednieuwe dagcentrum voor daklozen in Sint-Gillis (rue de l'Église 73). Het is naar dit volledig gerenoveerde onthaalcentrum, met heringerichte en geoptimaliseerde ruimtes, dat ons opvangcentrum deze zomer verhuisde.

Nooit eerder in haar meer dan 60-jarige bestaan heeft L'ILOT haar gebruikers zo'n aangepaste ontvangstruimte kunnen bieden. Dit nieuwe opvangcentrum, dat is bedacht en ontworpen om beter aan hun behoeften te voldoen, is het resultaat van jarenlang overleg met experts op dit gebied, onze teams en onze (inter)sectorale partners.

En deze nieuwe structuur heeft nu al een direct waarneembaar positief effect op het leven en welzijn van de mensen: sinds de opening hebben de teams van L'Ilot ter plaatse een duidelijke verbetering van het heersende klimaat en een drastische vermindering van het geweld geconstateerd. Dit bewijst eens te meer dat we alleen door kwaliteitsvolle diensten aan te bieden in een waardige omgeving, de straatbewoners echt even kunnen verlossen van de immense problemen van de straat en een sociale aanpak kunnen aanmoedigen die in de eerste plaats gebaseerd is op het opbouwen van vertrouwen, het socialiseren en het helpen van de gebruikers om hun onafhankelijkheid te herwinnen.

Naast basisdiensten die beter zijn aangepast aan de behoeften van de begunstigden, serveert het dagcentrum, dat 5 dagen per week open is (gesloten op maandag en vrijdag), nu 45 kant-en-klaarmaaltijden en biedt het toegang tot zes douches voor mannen, twee douches voor vrouwen en nog een voor mensen met beperkte mobiliteit. Er is ook een rustruimte voor maximaal 10 personen en een computerruimte.

Op de begane grond zijn de keukens van L'Ilot geïnstalleerd om de bereiding van maaltijden voor alle Brusselse diensten van L'Ilot te centraliseren. Hier wordt ook de productie van Pots de L'Ilot gehouden, het project van de sociale economie voor gecertificeerde biologische producten, bereid door een team van mensen die een (voor)opleiding in de horeca volgen.

Op de tweede en derde verdieping zijn nu de afdelingen administratie, communicatie en fondsenwerving van de vereniging gevestigd. Deze grotere concentratie van diensten geeft ook meer betekenis aan onze missie.

Kart #7 | “De school is belangrijk, maar zolang er geen onderdak is, is er ook geen veiligheid.“ 1024 576 L'Ilot

Kart #7 | “De school is belangrijk, maar zolang er geen onderdak is, is er ook geen veiligheid.“

Vanuit een rijke ervaring in het jeugdwerk en de jeugdbescherming, is Solayman Laqdim sinds januari de nieuwe Algemeen Afgevaardigde voor de Kinderrechten van de Fédération Wallonie Bruxelles. Een belangrijke plaats en een ideale positie om de specifieke situatie van dakloze jongeren te observeren.
Meneer Laqdim, u hebt 20 jaar in het jeugdwerk en de jeugdbescherming gewerkt. Nu bent u Algemeen Afgevaardigde voor de Kinderrechten van de Fédération Wallonie Bruxelles. Welke conclusie trekt u uit de huidige situatie van de ronddolende jongeren en hun schoolbezoek?

U hebt gelijk, jeugdhulp en -bescherming zit in mijn DNA. Gedurende 20 jaar heb ik vele jongeren uit gespecialiseerde instellingen voor jeugdhulp en jeugdbescherming zien komen maar ik zag een paar jaar later, wanneer ze meerderjarig worden, vaak ook dat ze dakloos werden en op de dool raakten. De cijfers zijn ronduit dramatisch. Mijn besluit is dat de huidige oplossingen enkel gericht zijn op symptoombestrijding en niet werken. De oplossing ligt in preventie. Want als je tot je 18 in een instelling zit, is het altijd moeilijk om daarna op eigen benen te staan. Temeer om deze jongeren de meest kwetsbare onder de kwetsbaren zijn.

Wie zijn voor u ‘de meest kwetsbare onder de kwetsbaren zijn’?

De vraag van jongeren tussen 18 en 25 is ook nu al een prioriteit. Die leeftijdsgroep is oververtegenwoordigd bij de leefloners. In de regio Charleroi gaan de cijfers tot 40 %.

Een vrouw op straat staat nog zwakker. Als je een jonge vrouw bent met een verleden als slachtoffer van mensenhandel, dan is dat nog een extra kwetsbaarheid. Daarnaast zijn er zijn uiteraard ook nog de Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV). Een derde groep die onder de radar blijft, zijn jongeren met een beperking. Voor al die groepen is de centrale vraag hoe we hen zelfstandig kunnen maken zodat ze niet op de dool raken.

En hoe precies?

Voor mij is huisvesting de absolute prioriteit. Meer nog dan naar school gaan. School wordt pas opnieuw belangrijk zodra je je situatie als individu stabiel hebt. En je je veilig voelt. School is belangrijk, maar als je alle moeilijkheden optelt waar die doelgroepen mee zitten, dan merk je dat als er geen huisvesting is, er geen veiligheid is. Daarom ben ik een vurig pleitbezorger van Housing First. Alle studies tonen aan hoe goed dat werkt. En dan is er de vraag naar onvoorwaardelijke opvang, opvang waarvan de voorwaarden niet te beperkend mogen zijn.  Zo zijn er in Brussel jammer genoeg zeer weinig. We zitten dus enerzijds met jongeren die een verleden als delinquent hebben en waarvan het leven in het algemeen behoorlijk hobbelig is verlopen, en anderzijds met instellingen die hen niet kunnen opvangen door een gebrek aan middelen.

Onze instellingen werken met name met zeer jonge kinderen en hun ouders. Wat denkt u van het idee dat deze doelgroepen voorrang zouden krijgen bij huisvesting? 

Er zijn momenteel zoveel kwetsbare groepen dat we in de verleiding komen om voorrang te geven aan sommigen, aan degene die nóg kwetsbaarder zijn. Zo kom je soms in absurde situaties terecht. Voor Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen bij voorbeeld geeft men voorrang aan dossiers waarin een gerechtelijke procedure loopt, omdat er niet genoeg voogden zijn. Je kan er om lachen of wenen, maar er zijn jongeren die criminele feiten, gewoon plegen om zo een voogd te kunnen krijgen. Ik wil maar zeggen dat het altijd gevaarlijk is om bepaalde groepen voorrang te geven.

De migratiekwestie staat centraal omdat men weet dat een kind op school sneller uitvalt als het de taal niet kent. Hoe kunnen we die jongeren weer naar school krijgen?

Een moeilijke toegang tot rechten is nog zo’n factor die kwetsbaarheid groter maakt. De paradox is dat we weten dat naar school gaan, leidt tot een hele reeks rechten. Bij voorbeeld, een Niet-begeleide minderjarige vreemdeling moet drie maanden naar school gaan om recht te hebben op een dekking door een ziekenkas. Normaal gezien mag een school een inschrijving niet weigeren, behalve om bepaalde redenen. Maar in de praktijk laten NBMV’s die zich zonder voogd op een school aanbieden om zich in te schrijven, zich afschepen. Zonder dat ze zich kunnen verdedigen, omdat ze de regels of de taal niet kennen. De taal kennen is cruciaal. En men zegt dat je 7 jaar in een taal moet ondergedompeld zijn om ze goed te beheersen …

Welke oplossingen moeten ingevoerd worden om aan die feitelijke afscheiding te verhelpen?

Het is een complexe kwestie. Vooral als we ons concentreren op jongeren die niet naar school kunnen, die nog nooit naar school gegaan zijn, die sinds geboorte in oorlogssituaties hebben geleefd, die via een migratieroute hier zijn geraakt en die hier nu ronddolen. Mensen die niet gealfabetiseerd zijn naar school doen gaan, is een moeilijke zaak. Er bestaan initiatieven, maar die werken met zeer weinig middelen. Ik denk bij voorbeeld aan “La Petite École” in de Marollen. Het onderwijs daar is heel erg ‘soft’, maar de doelstelling is om die jongeren zover te krijgen dat ze de overstap naar een gewone school kunnen maken zodat ze zich opnieuw kunnen socialiseren. Het is een krachtig experiment. Er zijn er nog andere. Bij voorbeeld de DASPA (Dispositif d'Accueil et de Scolarisation des élèves Primo-Arrivants et Assimilés). Daar wordt gewerkt met jongeren die vroeger al wel naar school zijn gegaan maar die geen Frans kennen. Maar dat initiatief kampt met een grote spanning tussen hun aanbod en de vraag naar plaatsen. Zeker in een stedelijke context waar ontzettend veel plaatsen tekort zijn. En dan is de overgang van die DASPA naar het gewone onderwijs nog een flinke uitdaging. Daar schort iets.

Hoe kunnen we in die omstandigheden positief naar de toekomst kijken?

Dat vraagt een ambitieus sociaal beleid. Met een beleid voor ouderschapsbegeleiding dat kwalitatief en welwillend is en de opvoedkundige keuzes respecteert. Door meer inclusie op school. Door meer democratie. Door meer equity. Maar daarvoor moeten we weg uit de logica die snel of op korte termijn resultaten wil. Ook al moeten we erkennen dat ik in het onderwijs, met het Pacte pour un Enseignement d’Excellence in de Franstalige gemeenschap, voor het eerst in de recente geschiedenis van het beleid, iets zie dat op lange termijn kijkt. Nu is de horizon 2030.

Je kan spreken over de grond van de zaak, maar het is goed om een visie te hebben en niet om de vijf jaar een andere richting uit te gaan.

Het interview met Solayman Laqdim, Algemeen Afgevaardigde voor kinderrechten.

Kart #7 | Naar school gaan maar op straat slapen: een onaanvaardbare realiteit 1024 576 L'Ilot

Kart #7 | Naar school gaan maar op straat slapen: een onaanvaardbare realiteit

Illustratie: ©Espace Fragile - Judith Faraoni

Telkens wanneer een nieuw schooljaar start, denken we met enige nostalgie terug aan onze eigen schooltijd. Vaak vonden we dat best wel spannend, of beangstigend, al naargelang. Vaak betekent het begin van het nieuwe schooljaar ook het einde van de vrijheid van de zomervakantie, maar sowieso: in onze maatschappij is het een ankerpunt in het jaar.

Een moment dat ons, toen we jonger waren, de kans heeft gegeven om te socialiseren, te groeien, te leren, te begrijpen,... Maar ook een moment waarop we vergelijken: onze boekentas, onze kleding, ons tienuurtje, .... Het is niet enkel een plechtig moment, het is ook een spiegel die ons vertelt wie we zijn. Ons lot, onze familie. En ook onze kans om uberhaupt daar te zijn.

Bij ‘t Eilandje weten we dat ‘ergens verwacht worden’ op die eerste schooldag, al een geluk op zich is, want niet iedereen gaat op maandag 28 augustus een plaats kunnen hebben in een nieuwe klas, om vriendjes en vriendinnetjes terug te zien, om over zomerherinneringen te vertellen of gewoon zijn dagelijkse routine weer te veranderen. Want de routine van de meeste dakloze kinderen, is er jammer genoeg een zonder school.

Andere kinderen kunnen wel naar school maar kunnen ‘s avonds niet terecht in een veilige omgeving die noodzakelijk is voor hun welzijn en welbevinden. In België woont bijna één kind op vijf onder de armoedegrens en kent het ontberingen[1]. Enkel alleen al in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er bijna duizend dakloze kinderen [2] : ze worden opgevangen in tijdelijke opvangstructuren, noodcentra of ze dolen rond op straat, sommigen zelfs zonder dat er een volwassene bij is. Maar hoe kan je in alle sereniteit opnieuw naar school wanneer je geen dak boven je hoofd hebt?  Hoe kan je ‘normaal’ naar school gaan als je dagelijkse leven niet stabiel is, en je eerste doel gewoon ‘overleven’ is?

Nu het nieuwe schooljaar voor de deur staat, wilden we aan die vragen (en vele andere) voorrang geven. Ten bewijze waarvan onder andere deze KART waarin de relatie tussen dakloosheid bij kinderen en schoollopen centraal staat.

Veel leesplezier,

Ariane Dierickx, algemeen directeur

[1] Anne-Catherine GUIO en Frank VANDENBROUCKE, Armoede en deprivatie bij Belgische kinderen Een vergelijking van de risicofactoren in de drie gewesten en de buurlanden, Koning Boudewijn Stichting, december 2018

[2] Telling van daklozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest– 7° editie, 8 november 2022, Bruss’help, Brussel, mei 2023

[2] Dénombrement des personnes sans chez-soi en Région de Bruxelles-Capitale – Septième édition, 8 novembre 2022, Bruss’help, Bruxelles, mai 2023

Kart #7 | “De kern van het project is echt het welzijn van het kind. Om te zorgen dat het zijn onbekommerd en zorgeloos leven als kind kan terugvinden” 1024 576 L'Ilot

Kart #7 | “De kern van het project is echt het welzijn van het kind. Om te zorgen dat het zijn onbekommerd en zorgeloos leven als kind kan terugvinden”

Illustratie: ©Espace Fragile - Judith Faraoni

De ene dag komt na de andere, maar de ene dag lijkt niet op de volgende in het Opvanghuis voor gezinnen van ‘t Eilandje. De dag voor het begin van het nieuwe schooljaar nog minder dan de andere. Ook dit jaar, omdat het een van de prioriteiten van ‘t Eilandje is om te zorgen dat elk kind, ongeacht zijn traject, naar school kan gaan, zijn er verscheidene kinderen in ons Opvanghuis die opnieuw elke ochtend naar school zullen gaan. Zoals elk ander kind. Zonder hobbelig traject.

Vaak verwijst men naar de film ‘Bienvenue chez les Ch’tis’ als voorbeeld om de situatie van de kinderen in dit huis samen te vatten”, vertelt Jean-Luc Joiret, directeur van het Opvanghuis en filmliefhebber. “Omdat ze wenen wanneer ze aankomen, maar ook wanneer ze weer vertrekken. “

Het eerste doel van de maatschappelijk werkers van het Opvanghuis voor gezinnen is om het verblijf voor de kinderen zo aangenaam mogelijk te maken. “Om te zorgen dat ze gewoon kind kunnen zijn”, gaat Jean-Luc verder. “Dat betekent dat we hen niet overdreven gaan bemoederen zoals dat jammer genoeg vaak gebeurt. Zorgen dat zij de problemen van hun ouders niet langer moeten dragen en dat ze opnieuw onbezorgd kunnen zijn, dat ze opnieuw enige lichtheid kunnen ervaren. De kern van het project is echt het welzijn van het kind. “

Met de erkenning voor Ouderschapsondersteuning van de Franstalige Gemeenschapscommissie, werkt het Opvanghuis ook aan het heropbouwen van de relatie tussen ouder en kind die soms beschadigd is door de drama’s die het gezin heeft meegemaakt.  Parallel daarmee werkt het team er ook aan om het opvoedkundig project (wat ook de schoolopvolging omvat) in de dagelijkse praktijk te brengen.

“Het is een hele manier om aan de psycho-sociale opvolging te werken, met als doel het kind opnieuw kind te laten zijn en meteen ook de evolutie van het kind op te volgen. Maar het idee is ook dat het kind kan loskomen uit zijn té harde realiteit. Om te zorgen dat het zijn onbekommerd en zorgeloos leven als kind kan terugvinden: hen opnieuw leren lachen en spelen, dat is bijna de kern van het werk van de opvoeders die met de kinderen bezig zijn. “

Ook de school helpt bij dat loslaten. “Daarom vinden we het zo belangrijk dat de kinderen die hier verblijven, naar school gaan. En dat lukt voor 99% van hen”, bevestigt Jean-Luc. “Dat hangt af van de zelfstandigheid van de ouders, maar het gebeurt dat we mee helpen bij de administratieve stappen bij de inschrijving. “

Emilie, een maatschappelijk werkster die verantwoordelijk is voor de activiteiten met kinderen, organiseert elke woensdagnamiddag activiteiten voor de allerkleinsten. “Daarin komen diverse thema’s aan bod. Het idee is dat ze zich kunnen uiten, dat ze met hun emoties weg kunnen. Zorgen dat ze spreken over de manier waarop ze naar school kijken, maar vooral zorgen dat ze in de gemeenschap integreren. En verder, hen duidelijk maken dat het normaal is dat ze soms onrecht voelen. “

De kinderen in het Opvanghuis voor gezinnen van ‘t Eilandje vinden er, bij gebrek aan een echte “thuis”, een luisterend oor wanneer ze van school komen, de noodzakelijke begeleiding om het risico op schooluitval zo sterk mogelijk te beperken.

Kart #7 | “Maar als je in mei nog geen Frans kent, ga je in september de ‘futur antérieur’“ nog niet kunnen vervoegen! 1024 576 L'Ilot

Kart #7 | “Maar als je in mei nog geen Frans kent, ga je in september de ‘futur antérieur’“ nog niet kunnen vervoegen!

Eva, 20 jaar, is vrijwilliger “kinderen” in het Opvanghuis voor gezinnen van ‘t Eilandje in Brussel en ze probeert haar tijd te optimaliseren door diegenen te helpen die er nood aan hebben.
Wat is je relatie met de kinderen die je in ‘t Eilandje begeleidt?

Ik probeer niet in de intieme vriendenkring te komen, uit schrik me op te dringen of om trauma’s op te rakelen. Maar als ze over iets willen vertellen, weten ze dat het zeker kan.  Ik ga bij voorbeeld nooit naar de kamers boven; dat is een grens die ik mezelf opleg. Ik blijf geconcentreerd op de zuiver schoolse aspecten. Ik probeer het etiketje van een ‘klassieke’ juf te vermijden maar sta wel iets dichter bij hen, op een vriendschappelijk niveau.

Voel je dat er een echte vraag vanwege de kinderen is?

Ja, heel duidelijk. “De ouders van de kinderen die ik help, kennen geen Frans. Uiteraard hebben die kinderen dus hulp nodig bij hun huiswerk. Omdat de ouders zich niet echt om hun schoolwerk kunnen bekommeren, die ouders hebben trouwens andere prioriteiten, andere noden.  En dat is normaal. Wanneer ik dinsdag aankom, voel ik dat ze me verwachten. Maar voor de kinderen zou ik eigenlijk alle dagen moeten komen. Want in tegenstelling tot wat men soms denkt, zijn die kinderen echt gehecht aan de school, ze willen niet uitvallen.

Maar als je in mei nog geen Frans kent, ga je in september de ‘futur antérieur’ nog niet kunnen vervoegen! Van buitenaf lijkt dat soms absurd, maar zo is het. Er zijn te weinig inspanningen om die doelgroepen te begeleiden. Ik vind dat het schoolsysteem zelf niet aan hun noden is aangepast.

Wat levert deze ervaring voor jou persoonlijk op?

Ik krijg veel erkenning. Wanneer ik zie dat leerlingen van het zesde leerjaar niet weten wat een kommagetal is, dan is onze hulp echt nodig. Ik maak vaak vervoegingsfiches voor hen. Wanneer ik dan zie dat sommigen van de kinderen die fiches over in huis meer naartoe nemen, zie ik dat mijn werk zinvol is. Dat geeft voldoening. Ik voel me nuttig.

Het interview met Eva, vrijwilliger “kinderen” bij ‘t Eilandje.

Brand in Jumet: “Ik ben bijna verscheidene vrienden verloren.“ 1024 576 L'Ilot

Brand in Jumet: “Ik ben bijna verscheidene vrienden verloren.“

“Zondag kwam ik thuis. Het hek van het Opvanghuis was dicht en ik zag dat het gebouw was afgebrand. “, Christophe*, 38 jaar, ex-bewoner van het Opvanghuis. ©L’Ilot ASBL

In mei 2022 is er brand uitgebroken in ons Opvanghuis voor mannen in Jumet. Het vuur heeft de verdiepingen van het gebouw verwoest.

De brand heeft de bewoners en de teamleden in gevaar gebracht. Dankzij de gecombineerde inspanningen van de opvoedster die ter plaatse was en van de brandweer, werd gelukkig niemand gewond.

Toch werden drie bewoners bevangen door de rook en naar de Spoed overgebracht.

Die verschrikkelijke gebeurtenis was een echt drama.

Want het vuur heeft niet enkel materiële schade berokkend, het maakte ook dat onze 24 bewoners hun onderdak en de stabiliteit die ze net opnieuw hadden teruggevonden, kwijt waren.

Voor de mannen die in ons gebouw in Jumet verbleven, was dit huis een venster van hoop. Een veilige plaats waar ze een toekomst kunnen uitwerken.

Deze gedwongen onderbreking van de psychosociale begeleiding die ze genoten, beëindigde abrupt de uitwerking van hun nieuwe levenstraject en stortte hen opnieuw in een totale onzekerheid en instabiliteit, zowel materieel en administratief als psychologisch en sociaal.

Door “de capaciteit op te rekken” van onze Opvanghuizen van Marchienne-au-Pont en Brussel-stad, hebben we de 24 mannen die opnieuw dakloos waren geworden, dringend onderdak kunnen bieden. De andere bewoners werden naar partners van ‘t Eilandje of naar noodopvanghuizen doorverwezen.

Nadat we een jaar lang grote werken hebben uitgevoerd in ons Opvanghuis in Jumet, kan ook de psychosociale opvolging weer op gang komen. Het vereiste aanzienlijke renovaties om de 24 kamers en de gemeenschappelijke ruimte van dat Opvanghuis opnieuw in gebruik te kunnen nemen. Het hele team heeft de mouwen opgestroopt om op 24 mei 2023, samen met alle mensen en organisaties die ons hebben geholpen, ons Opvanghuis te kunnen heropenen.

Wanneer je je gewoontes hebt, is het echt heel heftig om je huis te zien afbranden. “

Christophe*, 38 jaar, kwam in ons Opvanghuis van Marchienne-au-Pont terecht na de brand. Net zoals de andere slachtoffers van dit tragische ongeval, doet hij zijn verhaal.

Zondag kwam ik terug. Het hek van het Opvanghuis was dicht en ik zag dat het gebouw was afgebrand. Dat was echt een shock. Ik ben bijna verscheidene vrienden verloren. 

In de uren na de brand was Christophe radeloos. “Wanneer je je gewoontes hebt, is het echt heel heftig om je huis te zien afbranden. Ik was totaal verloren. ‘T Eilandje heeft me aangeboden om met een psycholoog te spreken en dat heeft me deugd gedaan.

Christophe had acht maanden op straat geleefd voor hij in het Opvanghuis van Jumet was aanbeland. Hij had een moeilijke scheiding achter de rug en is - zoals hij het zelf verwoordt  - kopje onder gegaan.

Op straat is elke dag een strijd. ‘s Avonds val je in slaap, je weet niet of je nog wakker gaat worden. Toen ik in ‘t Eilandje ben aangekomen, moest ik die eerste nachten echt opnieuw leren om in een bed en ‘opgesloten” te slapen, om het zo maar te zeggen. Als je lang buiten hebt geslapen, is dat in het begin niet eenvoudig. Maar langzamerhand heb ik het fijne gevoel teruggevonden om goed te slapen. “

De brand heeft de dynamiek van Christophes wederopbouw afgeremd. Het heeft hem tijd gekost om zijn angst een plaats te geven en om de stappen die hij had opgestart, weer op te nemen.

Sylvain*, de maatschappelijk assistent van ‘t Eilandje, heeft me geholpen met het papierwerk: ik was niet meer in orde met het ziekenfonds en had geen vaste huisarts. Hij is met me mee naar het Medisch Huis gegaan en waar mijn Globaal Medisch Dossier nu ligt.

Toen de brand is uitgebroken, was ik volop een job en een woning aan het zoeken. Het heeft me echt een zware klap gegeven: ik kon mezelf niet meer motiveren om een stap vooruit te zetten. Het was moeilijk om plots van woning te moeten veranderen en nieuwe gewoonten te moeten opbouwen.

Dankzij ‘t Eilandje heb ik opnieuw hoop en ik heb eindelijk ook een job gevonden als arbeider. Ik werk in openlucht en dat bevalt me wel. 

Christophe, die begeleid wordt door de S.Ac.A.Do, onze dienst Thuisbegeleiding voor ex-bewoners: “Ik was bang om alleen te staan, maar ‘t Eilandje heeft me niet losgelaten. 

Na negen maanden in onze Opvanghuizen, verhuisde Christophe naar een studio. “Het is niet heel groot, maar ik heb mijn eigen toilet, ik ben tevreden.

Aanvankelijk was ik bang om alleen te staan en dat ik me niet ‘thuis’ zou kunnen voelen. Maar ‘t Eilandje heeft me niet losgelaten. “

Onze dienst Move-In (SIL) heeft Christophe geholpen bij zijn verhuis.

Ik heb een bed en een kleine bank gekregen, en dat heeft me al een flink eind op weg geholpen. En vooral, elke week kreeg ik bezoek van Christelle*, de collega van Sylvain die bij de dienst Thuisbegeleiding werkt. Ze leert me mijn budget te beheren zodat ik tegen de 10de van de maand niet blut ben. 

‘T Eilandje heeft twee diensten Thuisbegeleiding (S.Ac.A.Do), één in de regio Charleroi en één in Brussel, om de begeleiding die tijdens het verblijf in een Opvanghuis was opgestart, voort te zetten. Ze werken op dezelfde domeinen: de administratie op orde brengen, budgetbegeleiding, maatschappelijke hulp, opnieuw een sociaal netwerk uitbouwen, enz.

Doordat de Thuisbegeleiding na een verblijf het ritme van de betrokkene volgt, heeft het een doorslaggevende impact op de blijvende verankering in de nieuwe woning. Het is een geruststellend vangnet, zowel voor de ex-bewoners die opnieuw naar een eigen woning gaan als voor de eigenaars die een specifieke contactpersoon hebben als er iets zou misgaan.

Ondertussen woont Christophe al zeven maanden zelfstandig in zijn nieuwe woning. Elke week neemt hij contact met Christelle*, onze maatschappelijk assistente met wie hij een vertrouwensband heeft opgebouwd. Soms belt hij “gewoon zomaar”, zoals hij dat met een glimlacht zegt.

*Alias

Deze getuigenis is gereconstrueerd uit een aantal echte elementen die zijn verzameld en opnieuw bewerkt.

Voedselinzameling: elk jaar worden 40 000 maaltijden bereid en uitgedeeld 1024 576 L'Ilot

Voedselinzameling: elk jaar worden 40 000 maaltijden bereid en uitgedeeld

Dankzij onze inzameling en onze participatieve moestuin, worden elk jaar 40 000 maaltijden bereid en verdeeld. ©Marie Russilo

Als het loutere feit dat je ‘s morgens je ogen opent al een overwinning is, dan spreken we niet over leven maar over overleven. De mannen en vrouwen die indutten na het vallen van de nacht, weten niet of ze ‘s morgens nog wakker gaan worden.

In die context van overleven, is hun eerste bekommernis om iets te eten te vinden. Eten wat men hen wil geven. Meestal koude voedingswaren en niet altijd gezond.

Een van de kenmerken van het leven op straat is dat je moeilijk aan eten raakt, zeker niet aan gezond en evenwichtig eten.

Daarom is de preventie van ondervoeding en van voedingstekorten bij daklozen een fundamentele doelstelling. Waardige voeding voor iedereen is een basisrecht.

Bij ‘t Eilandje hebben we van gezonde voeding een prioriteit gemaakt. Voeding maakt een wezenlijk deel uit van de begeleiding die we bieden aan de vrouwen, mannen en kinderen die bij ons aankloppen en aan wie we binnen onze diverse diensten een concrete en directe hulp willen bieden.

De krachtlijn “gezonde voeding” omvat een grootschalige inzameling voor al onze diensten maar ook voor onze partners, want een deel van de ingezamelde voedingswaren wordt verspreid via andere verenigingen die met zeer kwetsbare doelgroepen werken.

De cijfers geven een beeld van de omvang van dit werk: dankzij onze inzameling en onze participatieve moestuin, worden elk jaar, alleen al bij de diensten van 't Eilandje, 40 000 maaltijden bereid en verdeeld. Dat is meer dan 100 maaltijden per dag!

Doordachte en uitgewerkte maaltijden die oog hebben voor de voedingswaarde van elk gerecht dat we aan de gebruikers en gebruiksters van onze diensten voorschotelen.

Want het is een realiteit: de maaltijden die op straat of in de helpcentra voor mensen in een kwetsbare situatie worden aangeboden, zijn niet altijd evenwichtig. In de circuits van de voedselhulp is de kwaliteit van de ingezamelde en aangeboden producten niet altijd geweldig, want deze sector wordt vanuit twee kanalen bevoorraad: onverkochte voorraden van de distributiebedrijven en producten van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD).

Want in tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, overlijden daklozen veel vaker aan hart- en vaatziekten (die onder andere veroorzaakt worden door ondervoeding of slechte voeding) dan door onderkoeling.

Werken aan gezonde voeding verbetert dus ook de levensverwachting van daklozen. Momenteel heeft een dakloze een gemiddelde levensverwachting van 45 jaar. De gemiddelde levensverwachting bij geboorte is in België 81 jaar.  Het verschil is ontzettend!

Werken aan gezonde voeding is zowel een kwestie van waardigheid, van herstel van het zelfvertrouwen als een noodzaak voor de gezondheid van de betrokkenen.

Concreet focussen onze acties inzake gezonde voeding op de volgende aandachtspunten:

  • We bereiden maaltijden in onze diensten met een bewustzijn van hun milieu-kost en van hun dieetwaarde;
  • We bereiden maaltijden voor de solidaire hapkar van de “Ralliement des fourchettes”;
  • We onderhouden een moestuin en bijenkorven in Jumet;
  • We zamelen op regelmatige basis voedsel in bij onze partners: dat daarna binnen alle diensten van ‘t Eilandje wordt verdeeld en met de allerzwaksten wordt gedeeld via partnerorganisaties: La Rencontre, La Porte Verte, de Sœurs de Mère Theresa, de Restos du Cœur en Feed the Culture.