fbpx
Posts By :

Aurélie Van De Walle

Kart #6 | “Ik heb geen eigen woning, maar ik beschouw me niet als dakloze” 1024 576 L'Ilot

Kart #6 | “Ik heb geen eigen woning, maar ik beschouw me niet als dakloze”

Het is een paradox, maar de meeste daklozen wonen niet op straat.

Ook al is dit een zeer zichtbare realiteit, het is slechts het topje van de ijsberg, namelijk 5% volgens een studie die de UC Louvain, de KU Leuven en de Koning Boudewijn Stichting hebben uitgevoerd. Dit onderzoek toont aan dat de meeste betrokkenen dakloosheid vooral verborgen willen houden. Die discretie zou vooral verklaard worden door de schrik voor de blik van de andere.

Ik heb een heel eenvoudige techniek: ik vertel nooit de waarheid. Alleszins niet bij de eerste ontmoeting. Omdat het een onjuist beeld zou geven. En meteen tot een oordeel zou leiden.” Haïcha, 39 jaar, kent alle trucen van een dubbelleven. Het leven als huismoeder die tegenover haar omgeving moet verbergen dat ze al 5 maanden naar het Crisisopvanghuis voor vrouwen en gezinnen van ‘t Eilandje moet komen.

“Soms hebben we de indruk dat we onszelf voorliegen door te doen alsof”, gaat Marc verder, die in een van de Opvanghuizen voor mannen van ‘t Eilandje woont. Marc is een huisvader ook die de hoede over zijn kinderen verloor omwille van zijn situatie. Tegenover zijn collega’s, die hij dagelijks ziet op het werk, houdt hij zijn situatie geheim. “Voor hen ben ik een doodnormaal iemand. Iemand die ‘s morgens keurig op tijd op het werk is en ‘s avonds rustig weer naar huis gaat. Ze weten niet dat ik niet naar huis ga. Dat ik in een slaapzaal slaap en dat ik mijn dagelijkse leven deel met andere mannen die, net zoals ik, alles of bijna alles verloren hebben.”

Haïcha en Marc kennen elkaar niet. Ze zullen elkaar misschien nooit ontmoeten. Toch hebben ze in hun dagelijkse leven alvast één punt gemeen: ze kunnen allebei hun dakloosheid onzichtbaar maken.

Het moeilijkste, denk ik, is voor mijn kinderen”, geeft Haïcha toe. “Ze zijn beschaamd om die situatie in hun dagelijkse leven tegenover klasgenoten toe te geven. En ik tegenover hun leraren. Daarom zeg ik liever gewoon niets. Jammer genoeg moeten we soms wel liegen. Want je kan de reactie van mensen niet inschatten.

Schrik om af te gaan die soms een bewustwording in de weg staat. Maar hoe kan je aanvaarden om jezelf als dakloze te zien als je nog een loon hebt? Wanneer je huismoeder of -vader bent? “Ik heb geen eigen woning, maar ik beschouw me niet als dakloze”, stelt Marc. “Ik ben geen clochard. Een clochard staat op straat, heeft geen werk. Ook al is het niet van mij en is het tijdelijk, ik heb wel een dak. En ik heb zelfs werk. Dat is alvast dat.

“Onzichtbaar worden”

Ook Amélie (25 jaar) heeft “verborgen dakloosheid” meegemaakt. Toen ze bij haar gewelddadige vriend wegging, stond ze daar, alleen met hun dochter Laura, in het midden van de nacht. Omdat ze nergens anders heen kon, had ze geen andere keuze dan de nacht door te brengen in de auto.

Ze is erin geslaagd om, kost wat kost, de schijn op te houden. Nooit tonen dat ze in haar auto woont, oplossingen bedenken om zich te kunnen wassen, tanden te kunnen poetsen. Laura elke ochtend naar school brengen.

Amélie en haar dochter wonen dus op straat. En toch worden ze niet geteld. En ook niet al degenen die slapen op plaatsen die ‘t Eilandje niet identificeert. En ook niet degenen die tijdelijk bij vrienden of familie logeren. En ook niet de vrouwen die ‘s nachts op straat blijven stappen.

De interview van Haïcha, inwoner van het Crisisopvanghuis voor vrouwen en gezinnen van ‘t Eilandje.

De getuigenis van Marc, bewoner van de Opvanghuizen voor mannen van ‘t Eilandje.

Kart #6 | “Het is enkel ons opzet om een relatie te creëren, om onder woorden te brengen wat taboe is. Over wat verborgen is.” 1024 576 L'Ilot

Kart #6 | “Het is enkel ons opzet om een relatie te creëren, om onder woorden te brengen wat taboe is. Over wat verborgen is.”

Hoeveel van je tijd gaat dagelijks naar verborgen dakloosheid?

Dat is best wel veel, eigenlijk. Dat hangt samen met het schuldgevoel, het gevoel van schaamte dat elke gebruikster mee zich meedraagt. Dat is het rechtstreekse gevolg van het gebrek aan steun, hulp en luisterbereidheid waarmee die vrouwen in de loop van hun hele traject geconfronteerd worden. Daar begint het schuldgevoel al.

Volgens het discours dat de vrouwen in hun omgeving vaak horen, is het normaal dat ze het geweld hebben ondergaan dat er vaak toe leidt dat ze daarna op straat belanden. Dat geweld kan fysiek, seksueel, psychologisch of economisch zijn, maar is altijd de aanleiding voor een traject op de dool.

Een traject dat vervolgens leidt naar een zeer kwetsbare situatie, en dan naar dakloosheid, wat ze niet willen uit vrees voor een oordeel. Dat is een van de vormen van verborgen dakloosheid. En het is vooral een vicieuze cirkel die hen niet helpt om hun leven herop te bouwen, het helpt niet om te herstellen.

Hoe kan je een vertrouwensband opbouwen met mensen die zich zo onzichtbaar moeten maken om hun situatie te verbergen?

Het is nooit onze bedoeling om te overtuigen. En zo potentieel tot nog meer geweld te leiden. Het is enkel ons opzet om een band, een relatie te creëren. Om onder woorden te brengen wat men in hun privéleven meestal verzwijgt. Wat taboe is. Waarover het stil blijft. Over wat verborgen is. Over wat men niet zou willen zien, maar er wel is. Ik zou zeggen dat er niet één manier is om te werken. We passen ons vooral aan aan de persoon die we tegenover ons hebben, aan het verhaal dat die ons vertelt, maar de basis is altijd de luisterbereidheid.

Is een deel van uw werk niet om te zorgen dat die vrouwen hun situatie onder ogen zien en aanvaarden?

We zien alleszins dat vele moeders, wanneer ze bij ons aankomen, ‘t Eilandje niet willen zien als een Opvanghuis voor daklozen. Ze zeggen liever dat het een vakantiehuis is. Een plaats waar hun kinderen zich goed gaan voelen, waar ze zich gaan kunnen amuseren. En heel snel moeten wij zeggen dat we geen vakantiehuis zijn. Ook daar is het een kwestie om de realiteit te benoemen. Want die realiteit aanvaarden is een essentiële stap om je leven te kunnen heropbouwen. Uiteraard passen we ons aan de leeftijd van elk kind aan, maar het is ook onze job om uit te leggen dat mama op dit moment wat moeilijkheden heeft en dat ze hier een plaats hebben om zich veilig te voelen en om de hulp te vinden die ze nodig hebben. En om te proberen zo spoedig mogelijk opnieuw een eigen thuis te vinden.

Statistisch zouden nauwelijks meer dan 20% van de daklozen vrouwen zijn. We weten echter dat die officiële cijfers een vals beeld geven. Hoe kunnen we uitleggen dat die vrouwen zo weinig zichtbaar zijn op straat?

Omdat vrouwen weten dat ze nergens veilig zijn. Ze zijn zelfs thuis niet veilig, waar ze met partnergeweld te maken hebben. En al helemaal niet op straat, die ze ten allen prijzen vermijden omdat de openbare ruimte, vooral ‘s nachts, een risico op agressie inhoudt. Plots, wanneer ze geen woning meer hebben, omdat ze een gewelddadige partner hebben verlaten of omdat ze als alleenstaande moeder de rekening niet meer alleen kunnen betalen, hanteren ze een hele resem strategieën om de straat te vermijden: bij een vriendin op de bank slapen, tijdelijk in een auto logeren, enz. Wanneer ze op straat zijn, doen ze er alles aan om niet gezien te worden en agressie te vermijden: de hele nacht blijven stappen, zich mannelijk voordoen, enz. En vooral zorgen dat het niet opvalt dat ze ronddolen. Al die situaties van verborgen dakloosheid ontsnappen aan de tellingen, waardoor volgens de statistieken minder vrouwen dan mannen op de dool zijn. Hoewel we wel degelijk zien dat ze duidelijk in zeer kwetsbare situaties verkeren.

Feit is dat wanneer een vrouw bij ons aanklopt, ze een enorme weg heeft afgelegd. Ook omdat er echt schrik is om over de drempel te gaan. Voor ze bij ons binnenkomen, hebben ze al lang verborgen en in een grote eenzaamheid geleefd.

De interview van Axelle Lemaire, maatschappelijk werkster en assistent-psychologe in het Crisisopvanghuis voor vrouwen en gezinnen van ‘t Elandje.

Kart #6 | Verborgen dakloosheid 1024 576 L'Ilot

Kart #6 | Verborgen dakloosheid

Lange tijd was het gemakkelijk om er niet aan te denken. Of om ervan uit te gaan dat wat we zagen, klopte. “Dakloos” betekende vooral een man. Liefst ongeschoren. Met vuile kleren en gaten in zijn schoenen. Een gezicht dat getekend is door het leven. Duidelijke tekenen waarmee men “de dakloze “kan herkennen, en ook stuk voor stuk barrières. Die ons niet beletten om hun ellende te delen, maar die noodzakelijkerwijs wel voor een afstand zorgden. Een kloof tussen de man die alleen op stuk karton zat en de jonge vrouw die naar hem keek. Een vrouw die dacht dat het haar niet zou overkomen. Ja, wat zou haar niet overkomen? En waarom niet? Waarom zou je gender je beschermen tegen dakloosheid?

Die vraag is niet langer aan de orde. In 2023 is verborgen dakloosheid ook en zelfs vooral een probleem van vrouwen, weet men. Een realiteit die eerst onzichtbaar was maar die door onze recentste initiatieven, zoals het onderzoek naar geweld tegen dakloze vrouwen, aan het licht is gekomen. Met als gevolg dat ‘t Eilandje in juni het eerste Dagopvangcentrum voor vrouwen in België opent. Een eerste stap in een bewustwording, maar nog meer het begin van een nieuwe strijd die we moeten voeren. Omdat dakloosheid een duizendkoppige draak is. Waarvan de vele koppen de strijd tonen van een maatschappij die met zichzelf in de knoop ligt.

En die de betrokkenen zou doen geloven dat zij vooral zelf verantwoordelijk zijn voor hun situatie. Het drama van een tijdperk dat niet in staat om de mensen die lijden te begeleiden, maar wel de referentie is geworden als het erop aan komt om hen met de vinger te wijzen. “Hen”, dat zijn vrouwen waarvan het parcours op straat er vooral een is met alle mogelijke soorten geweld: sociaal, economisch, fysiek, psychologisch, seksueel, …

Die vrouwen die, vóór ze op straat belanden, al in die vorm van onbenoemde dakloosheid zaten. Onzichtbaar, maar zo aanwezig. Wanneer ze niet wegkunnen bij een gewelddadige echtgenoot, een tijdje logeren bij een meevoelende vriendin, de druk van een onverzettelijke huisbaas voelen of veroordeeld zijn om op straat te wonen, met de paniek dat hun kinderen het geweld van de straat gaan moeten doorgaan, ... Ze zijn opgesloten, in die vicieuze cirkel, het keurslijf dat maakt dat deze vorm van (nochtans veel voorkomende) dakloosheid onzichtbaar bleef.

Het toppunt wanneer je je zo alleen voelt. Alleen en bijna schuldig omdat je alleen bent. Omdat je niet gehoord of begrepen wordt, of er niet naar je geluisterd wordt. De omvang van die vorm van dakloosheid kunnen we nog steeds niet becijferen, maar we hebben woorden om het te benoemen. De verhalen van de vrouwen die elke dag naar onze diensten komen. En die maken dat ieder van ons zich er bewust kan van worden. De noodzaak om samen vooruit te kunnen. Zonder ooit nog onze ogen daarvoor te sluiten.

Dank u voor uw tijd om kennis te nemen van deze realiteit en voor uw steun aan ons!

Ariane Dierickx, algemeen Directrice van ‘t Eilandje

Investeer met de HCC Unit! 1024 576 L'Ilot

Investeer met de HCC Unit!

Bent u eigenaar of wil u investeren in Brussel? Wil u zin geven aan uw vastgoedpatrimonium? Met de Housing Capture & Creation Unit (HCC Unit) kan u meewerken aan een vernieuwend sociaal project mét een gewaarborgd vast rendement voor u. !

De HCC Unit begeleidt mensen die dakloos zijn (of het risico lopen dat te worden) bij hun herintegratie en in hun project om opnieuw zelfstandig te worden. En een noodzakelijke stap om een nieuw levensproject uit te tekenen, is een dak boven je hoofd.

Dankzij onze vastgoedexpertise en onze bevoorrechte link met de Brusselse Sociaal-Verhuurkantoren (SVK) kan u helpen om dakloosheid weg te werken én bepaalde gewaarborgde voordelen genieten:

Een gewaarborgde huurinkomst, vrijstelling van onroerende voorheffing, geen beheerskosten, een herstel in de oorspronkelijke staat aan het einde van de huurtermijn en btw-voordelen op de aankoop van nieuwe woningen.

Dakloosheid wegwerken vereist dat we veel woningen bijmaken. Daarom heeft ‘t Eilandje de HCC Unit samengesteld, die ze met de steun van haar partners uit de vastgoedsector verder uitbouwt.

Ook u kan ons helpen om dakloosheid weg te werken: contacteer de HCC Unit!

December 2022. 1u30 (?). -2° Celsius. Charlotte en haar mama. De eerste nacht op straat. 1024 576 L'Ilot

December 2022. 1u30 (?). -2° Celsius. Charlotte en haar mama. De eerste nacht op straat.

Charlotte slaapt in de ingang van de kerk. Ik kruip op de trap met een extra jas over mijn schouders om ervoor te zorgen dat niemand haar betrapt.

Het is één of twee uur in de ochtend. De deur van de bank is gesloten. Mijn laatste hoop.

Ik ben te uitgeput om naar een slaapplaats te blijven zoeken.

Dus ben ik maar op de ijskoude grond gaan zitten, met Charlotte op mijn knieën. Ik hoop dat zij ten minste enkele uren kan slapen.

Charlotte probeert te slapen. Ondanks al haar lagen kledij, voel ik haar rillen van de koude. Ze ademt zwaar, ze heeft keelpijn.

Met Charlotte in mijn armen en de wind die mijn knoken bevriest, denkt ik terug aan de voorbije weken.

Ik heb nog altijd de indruk dat ik de ene tegenslag na de andere heb gekregen.

Eerst de vader van Charlotte die ik eindelijk heb verlaten. En daarna wilde hij niet meer van ons weten toen hij iemand anders had gevonden. Bye bye alimentatie.

En toen, mijn eerste appartementje met Charlotte, wat een magische periode was. De eerste keer zonder Hem!

Ik had de indruk dat we elkaar eindelijk allebei hadden gevonden. We dronken warme chocomelk en keken Disneyfilms, we konden samen ontbijten, we droomden…

Ik kon het niet geloven toen de gas- en elektriciteitsrekeningen zag.

Vooral omdat Hij er vroeger voor zorgde.

Het bedrag was bijna mijn hele maandloon.

Ik wilde gewoon nog wat van mijn momenten met Charlotte genieten. Dus heb ik niets gedaan. En op mijn bankrekening stond niets mee. Want Hij zorgde ook voor de geldzaken.

En op een dag, toen ik Charlotte van school was gaan afhalen, paste de sleutel niet langer in het slot. Ik heb de eigenaar getelefoneerd, de brandweer, de politie. Niets hielp.

We gaan onze eerste nacht op straat sterven. Ik heb zo’n schrik om in de dommelen. Ik voel mijn onderlichaam niet meer.

Ik heb zo’n schrik dat Charlotte niet meer wakker wordt... “

’t Eilandje begeleidt alle dagen, 24u/24, dakloze kinderen en vrouwen zoals Charlotte en haar mama.

U kan hen helpen. Doe een gift.

Kart #4 | “Op straat is geweld dagelijkse kost” 724 407 L'Ilot

Kart #4 | “Op straat is geweld dagelijkse kost”

Illustratie Gérard Bedoret

Philip De Buck, directeur van het Dagcentrum van ’t Eilandje in Sint-Gillis, kruist elke dag daklozen die het slachtoffer worden van het extreme geweld dat zich op straat kan voordoen. Hij herinnert zich verscheidene gebruikers met diverse zwakheden en oplossingen die onze vereniging heeft opgezet om hen te steunen.
Wat is het belang van het Dagcentrum van ’t Eilandje voor mensen die op straat leven?

Het is een dagelijkse, stabiele afspraak met uurroosters. Men kan er een beetje rust vinden, een maaltijd eten, een douche nemen, met iemand spreken… Dat biedt alvast een kader aan levens die vaak bewogen en moeilijk zijn. We bieden aan de daklozen ook de mogelijkheden om actief deel te nemen aan het dagelijks leven van het Dagcentrum, wat ertoe bijdraagt om weer zelfvertrouwen op te bouwen.

Dankzij de eerstelijnsdiensten wordt de urgentie voor daklozen opgevangen (eten, zich wassen, rusten). Maar ze dienen ook als aanknopingspunt voor het sociaal team. Zodra er een vertrouwensband is gesmeed met de betrokkene, kan het team met een psychosociale taak beginnen die focust op de andere noden van de betrokkene: administratief weer in orde raken, een woning zoeken, enz.

Op welk punt wordt het publiek van het Dagcentrum met geweld geconfronteerd?

Om te beginnen: op straat slaap je niet. Of weinig. Of slecht. Als je verscheidene dagen op een rij niet kan slapen, word je gek. En dan ben je vertrokken voor lang. Zodra iemand zijn kwetsbare kant toont, valt men daarop aan. Wanneer je verzwakt bent, vreten de anderen je op. En dan spreken we niet van een “open en eerlijk duel”. Degene die toeslaat wil geen risico nemen: men duwt je op de rails of van de trap, … Op straat is geweld altijd en overal aanwezig. En het doodt. Langzaam of plots.

Hoe begeleiden jullie de mensen die dagelijks met dat geweld worden geconfronteerd?

Een sociale dienst kan niet star zijn. Je moet verschillende benaderingen combineren en de competenties diversifiëren. We brengen zoveel mogelijk omstandigheden samen om te zorgen dat we een band met de betrokkene kunnen creëren. Vaak is dat een werk van lange adem.

Ik herinner me een jongeman die twee of drie jaar naar het Dagcentrum was gekomen. Hij vertoonde acute symptomen van paranoia en had ongelofelijke uitbarstingen van geweld. Het sociaal team heeft er dag na dag ontzettend hard aan gewerkt om dat de kanaliseren, om conflicten tussen hem en de andere gebruikers te vermijden, door geweldloze communicatie, zonder te (er)oordelen en met empathie. Uiteindelijk heeft dat geloond: op een dag hebben we er met hem gesproken om opnieuw in een woning te gaan wonen – hoewel hij zelfs nog geen psychosociale begeleiding had opgestart – en zijn gezicht lichtte helemaal op, hij is helemaal veranderd. We moesten de juiste insteek vinden, het juiste thema om een rustig gesprek met hem te voeren. Bij mijn weten woont hij nog steeds in die woning en is hij nooit meer terug op straat beland.

Slaagt u erin om alle mensen die naar het Dagcentrum komen, doeltreffend te begeleiden?  

Jammer genoeg niet Er zijn dagen dat we naar huis gaan en weten dat deze of gene op straat gaat slapen. We zien ook mensen achteruitgaan, zonder dat we hen een oplossing kunnen bieden. We staan machteloos.

En dat gebeurt elke dag: ik werd onlangs door de politie verhoord over een man van in de dertig die tot voor kort naar het Dagcentrum kwam. Hij kwam vaak aan met een bebloed en opgezwollen gezicht, wanneer hij was afgeranseld door dealers die nog geld van hem tegoed hadden. Ondertussen hebben we al dagenlang niets meer van hem vernomen. Andere bezoekers van het Dagcentrum hebben me gezegd dat hij naar zijn zus in Venezuela is gegaan… Maar dat kan niet want hij heeft geen identiteitspapieren! Er werd een opsporingsbericht verspreid, maar ik vrees dat hij overleden is ...

Welke oplossingen kunnen volgens u ontwikkeld worden om een einde te maken aan dat soort situaties?

Huisvesting staat met stip op de eerste plaats. Het “housing first” principe bood veel mensen de mogelijkheid hun leven weer in de hand te nemen. Als je een dak boven je hoofd hebt, kan je je weer organiseren, je neerzetten, op adem komen, … Wanneer je van de straat komt, kan ‘je zetten’ echt wel enkele weken duren. Met dat voor ogen heeft ’t Eilandje diverse projecten opgezet die gericht zijn op wonen: vastgoedprojecten met sociale investeerders, woningen op de privémarkt zoeken, projecten om leegstaande gebouwen of gebouwen die nog moeten gerenoveerd worden, tijdelijk te benutten, hulp wanneer iemand in een woning intrekt, thuisbegeleiding om te zorgen dat mensen die pas opnieuw in een woning zitten, die kunnen houden, enz..

Via zijn Opvanghuizen of het Dagcentrum krijgt ’t Eilandje ook vaak de vraag om openbare diensten (ziekenhuizen, wijkcommissariaten, OCWM’s, …) te sensibiliseren voor de bijzonderheden van dakloosheid en voor het werk van de teams op het terrein. Die samenwerkingsverbanden behouden en verder ontwikkelen zou op termijn moeten leiden tot een beter besef en inzicht van wat er met dakloosheid samenhangt.

De vrouwen en kinderen die het slachtoffer worden van geweld

Vrouwen en de allerkleinsten die verblijven in ons Opvanghuis voor gezinnen met kinderen in Brussel, worden in hun respectieve levenslopen regelmatig geconfronteerd met geweld: partner- of intrafamiliaal geweld, seksueel geweld, belaging, enz. Het is cruciaal om voor elk van hen een gepersonaliseerde opvolging te kunnen bieden, in functie van hun noden.

Valérie, maatschappelijk assistente in het Opvanghuis voor gezinnen met kinderen, vertelt: “We hebben geen vast uitgestippeld traject, dat zou verschrikkelijk zijn. We bekijken elke situatie individueel, met respect voor de vraag van de betrokkene. We werken ook nauw samen met gespecialiseerde diensten, zoals de Dienst Slachtofferzorg (van de lokale politie) of met het Centrum ter preventie van partnergeweld. Een deel van het team is ook opgeleid om kinderen te begeleiden die het slachtoffer zijn geworden van partner- of intrafamiliaal geweld.”

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk” 900 414 L'Ilot

Kart #4 | “Al snel worden alle klassieke stadia van de psychische teloorgang duidelijk”

Illustratie Gérard Bedoret

Manu Gonçalves is directeur van de vzw Messidor-Carrefour, een Initiatief voor Beschut Wonen (IHP) dat plaatsen biedt van waaruit daklozen met een psychiatrische achtergrond zich opnieuw kunnen integreren. Vanuit zijn zeer lange ervaring in deze materie, deelt hij zijn inzichten over de weerslag van geestelijke aandoeningen op het leven op straat.
Is er voldoende bewustzijn over de mentale pathologieën bij daklozen?

De psyché maakt wezenlijk deel uit van de mens. En het bijzondere ervan is dat het de persoon die eraan lijdt en zijn omgeving stoort. De professionele hulpverleners uit de psychologie hebben ook geen antwoord op alles. In dat opzicht wordt het werk dat instellingen zoals ‘t Eilandje verrichten, vaak geminimaliseerd. Jullie creëren een sociale link en dat is erg belangrijk om die mensen te stabiliseren. Dat is ook de geest van een IBW: de gedachte dat de collectieve en gemeenschapsvormende dimensie op zich een zorgend en helend effect heeft.

Kan het feit dat iemand op straat belandt (en het geweld dat daaruit volgt) de ontwikkeling van psychologische aandoeningen versnellen of versterken?

Op straat aanbelanden is op zich geen geestelijke aandoening, maar verzwakt de betrokkene psychologisch. En bij mensen die aandoeningen hebben, gaan die aandoeningen getriggerd worden. In dat opzicht is er urgentie. Dat gezegd zijn, ontreddering of een pathologie ontstaan ook niet op enkele uren tijd.

Wat daarentegen wél zeer snel optreedt, zijn ‘de klassiekers’ van de psychische teloorgang, degene die de persoon van zijn eigen gevoelens afsnijden. Zo zien we mensen die jaren op straat hebben geleefd, ziek worden wanneer ze opnieuw in een woning zetten, terwijl ze tevoren nooit ziek waren geweest. Alsof er iets was waarbij de straat psychisch tot gevolg had dat de ziekte niet naar voren kon komen gehouden. En wanneer de persoon opnieuw in een ietwat beschermde omgeving zit en tot rust komt, geeft dat de ziekte een voedingsbodem.

Hoe kunnen we de geestelijke gezondheidsproblemen verzorgen wanneer zelfs niet aan de primaire behoeften wordt voldaan?

We doen niet het ene of het andere. We doen het ene én het andere. Want dit is de enige manier om iets te betekenen voor die persoon, terwijl we hem zorgen toedienen. Dat is wat jullie bij ’t Eilandje doen.

En dat hangt ook af van het “ziektebesef” van de betrokkene. Met ziektebesef bedoelen we het vermogen van een patiënt met een psychiatrische aandoening of pathologie, om zichzelf als ziek te erkennen. Jammer genoeg is het eigen aan erge geestelijke pathologieën dat er geen (of een zeer beperkt) ziektebesef is, met andere woorden, de persoon ijlt maar beseft het zelf niet.

Zolang de betrokkene wat hij zelf meemaakt als ‘vreemd’ ervaart, is er ruimte om zorgen te verstrekken. Wanneer dat besef er niet is, wordt het moeilijker en wordt het risico op een echt gevaar groter.

Zijn dat aspecten waarmee de maatschappelijk werk(st)ers soms geen weg weten, door een gebrek aan specifieke opleidingen in geestelijke gezondheidszorg. Welke oplossing kan de sector bieden?

Inderdaad, we kunnen van de teams van ’t Eilandje geen therapie verwachten, dat is hun beroep niet, maar de geestelijke pathologieën maken wel deel uit van hun dagelijks leven.

In mijn visie moet je geen psycholoog of psychiater zijn om iemand die psychologisch ontredderd is, te helpen. Er zijn vele maatschappelijk werk(st)ers die iets kunnen betekenen in de geestelijke gezondheidszorg.

Het probleem is dat in onze maatschappij het heersende discours nog steeds is dat je universitair moet gevormd zijn om iemand doeltreffend te kunnen bijstaan. Ik meen daarentegen dat hoe welwillender een maatschappij is, des te minder mensen ontredderd zullen zijn. Mits we rekening met hen houden.

Het aantal mensen dat psychologisch ontredderd is, is verwaarloosbaar. Het zijn de “verachtelijken” van de Michel Foucault. Die situeren zich nog lager dan het proletariaat en het zijn degene voor wie we de ogen sluiten.

Kart #4 | 24u in het leven van een dakloze: een wereld van geweld 1024 608 L'Ilot

Kart #4 | 24u in het leven van een dakloze: een wereld van geweld

Illustratie Gérard Bedoret

Je kan een hoogopgeleide vrouw, een hardwerkende werknemer, een zelfbewuste huismoeder zijn en toch alles verliezen. Je kan zelfs, zoals ik of sommigen onder u, de nodige middelen hebben om door een moeilijke periode heen te komen. Toch is de lijn tussen een aangenaam, zorgeloos leven en de radeloosheid die ons in dakloosheid stort, vaak flinterdun.

Dakloosheid is ruimer dan ‘op straat slapen’. Voor de FEANTSA* omvat het begrip dakloosheid ook precaire of onaangepaste woningen, zodat ook alle gezinnen in een woning die te duur is in functie van hun inkomen, die in een overbevolkte of ongezonde woning wonen, de facto mee als daklozen worden beschouwd. Met de crisissen die onze maatschappij momenteel doormaakt, gaat het aantal mensen dat in dit profiel valt en dus het risico loopt zijn woning te verliezen, letterlijk exploderen.

Het zal niemand verbazen, maar je kan niet anticiperen op ‘dakloos worden’. Vaak zie je het ook niet aankomen: de stijging van armoede maakt dat steeds meer mensen van de ene dag op de andere alles kunnen verliezen.

En er zijn veel redenen waarom alles kan wegvallen: werkloosheid, een laag inkomen, eenoudergezin, partner- of familiaal geweld, migratie, gezondheidsproblemen, een breuk met de familie of een relatiebreuk, het tekort aan betaalbare woningen, onvoldoende steun aan mensen die uit een zorginstelling, ziekenhuis, gevangenis of andere overheidsinstellingen komen, een zeer zwak sociaal en/of familienetwerk. En bij die lijst, die al behoorlijk lang is, komen nu ook de stijgende prijzen voor basisproducten en de exploderende energieprijzen.

Het profiel van de daklozen is even breed. Het omvat niet enkel alleenstaande mannen. Nu zijn het evengoed vrouwen en gezinnen, jongeren, kinderen, migranten en andere doelgroepen die vaak gemarginaliseerd worden.

Vaak gaat het ook om mensen die omwille van hun seksuele geaardheid en/of genderidentiteit uitgesloten worden. Een groep die vaak breekt met zijn familie, die aan zichzelf overgeleverd is.

De ontreddering die je ervaart, de brutaliteit die je meemaakt wanneer je op straat belandt, is qua uitsluiting en geweld met niets te vergelijken. Op enkele dagen, op enkele uren overtreft de realiteit de verbeelding.

Een helse spiraal die vaak meer mensen treft dan je zou willen. Het verschil met “het leven ervoor” is soms duizelingwekkend en maakt dat men ‘flipt’. Of je alleen bent of in gezelschap, op straat is de leegte overal. En de maatschappij, in vrijloop, stopt niet. Je wordt zó snel onzichtbaar. Maar het duurt jaren om je leven weer op de rails te krijgen.

Het psychologische geweld dat daklozen meemaken weegt nog zwaarder omdat er al te vaak geen of onvoldoende kwalitatieve psychosociale opvolging is. Het gebrek aan middelen waarmee de betrokkenen worden geconfronteerd, maakt dat ze in de vergetelheid raken, zeker vrouwen omdat de opvangstructuren niet aan hun specifieke noden zijn aangepast. Daarom opent ’t Eilandje in 2023 een nieuw Dagcentrum dat zich enkel op vrouwen richt en speciaal voor hen is uitgedacht.

Bij het contact met de straat, zonder woning, zonder begeleiding, duurt het niet lang voor iemand van de radar verdwijnt. We weten ook dat de eerste uren doorslaggevend zijn. Onder andere daarom zijn waardige, structurele en globale oplossingen de enige die op middellange en lange termijn doeltreffend zijn.

Omdat de situatie van daklozen ons uiteindelijk allemaal aangaat.

Ariane Dierickx, Algemeen directrice van ‘t Eilandje

* De Europese federatie van nationale verenigingen die met daklozen werken / Fédération Européenne des Associations Nationales Travaillant avec les personnes Sans Abri.

Het vierde Opvanghuis van ‘t Eilandje in Marchienne-au-Pont 1024 682 L'Ilot

Het vierde Opvanghuis van ‘t Eilandje in Marchienne-au-Pont

Een tijdelijk verblijf geeft de mensen die we opvangen, de kans om weer overeind te komen, stevig op hun benen te staan en een stand van zaken op te stellen over hun situatie (administratief, familiaal, medisch, financieel, enz.) en zo aan een nieuw toekomstproject te bouwen.

Daarom heeft ‘t Eilandje een nieuw gebouw gekocht (in de Rue de Beaumont, 344 in 6030 Marchienne-au-Pont), waar een Opvanghuis en een Kringloopwinkel gevestigd zijn. Deze twee projecten werken zij aan zij.

Net zoals de drie andere opvangtehuizen van ‘t Eilandje is het huis in Marchienne-au-Pont “op mensenmaat”, waar we de opvangcapaciteit bewust beperkt houden (momenteel 12 plaatsen) om het welzijn en de geborgenheid van de bewoners te behouden.

De bewoners krijgen er onderdak en eten, maar ook een psychosociale begeleiding die gebaseerd is op ieders traject en op de specifieke individuele behoeften. Administratief alles weer in orde krijgen, budgetbegeleiding, hulp bij het zoeken naar een woning, een job en een opleiding, een sociaal netwerk opbouwen rond de betrokkene, steun bij het ouderschap en het organiseren van groepsactiviteiten (onder andere via de moestuin van het huis): stuk voor stuk taken van het sociaal team van het Opvanghuis.

Het Opvanghuis verwelkomt elke dakloze man, ongeacht zijn traject of zijn voorgeschiedenis. Het is een doelgroep die vaak verscheidene problemen heeft: medisch, psycho-sociaal, administratief en economisch.

De problemen waar ze mee zitten, zijn even uiteenlopend als de verslavingen, de geestelijke gezondheidszorgen, de verbroken gezinsbanden, de schuldenberg die ze meeslepen, eventueel de herintegratie na een verblijf in de gevangenis, enz.

De Kringloopwinkel, die naast het Opvanghuis ligt, is een echt project voor sociale en circulaire economie door diverse spullen in te zamelen, te herstellen en opnieuw te verkopen.

Ontdek de luchtfoto's van ons nieuwe opvanghuis!

Dankzij de schenkers, recycleert de Kringloopwinkel allerlei spullen, zoals vaatwerk, die ze aan een kleine prijs doorverkoopt.

Dankzij uw gift van meubelen, decoratie, elektrische huishoudapparaten, kleding, boeken, enz. ... is de Kringloopwinkel een echt project voor sociale en solidaire economie. Door spullen aan een lage prijs door te verkopen, kan het Opvanghuis bestaan en daklozen blijven opvangen en begeleiden.

Meubelen, elektrische huishoudapparaten, kleding, boeken en allerlei voorwerpen van vrijgevige schenkers, die dan door de vrijwilligers worden gesorteerd. Een deel van die spullen, zoals vaatwerk, zitbanken of verlichtingsarmaturen, wordt aan een zacht prijsje verkocht aan mensen uit de buurt. Met het geld dat we daarmee verdienen, financieren we het sociaal werk van ‘t Eilandje. Het andere deel van de giften in natura sturen we naar onze Dienst Move-In (SIL) en wordt rechtstreeks en gratis verdeeld aan daklozen die pas weer een woning hebben.

Wenst u iets te schenken aan de Kringloopwinkel?
Alle meubelen, elektrische huishoudapparaten, decoratie, kleding en boeken die in goede staat zijn, zijn welkom. Zo steunt u een uniek sociaal project.
U kan op uw beurt dingen komen kopen, op dinsdag en donderdag van 14u tot 16u. De opbrengst van de verkoop gaat naar de sociale opdracht van ‘t Eilandje, en financiert meer bepaalt de werking van het Opvanghuis voor mannen.
Contacteer de Kringloopwinkel:
• rue de Beaumont 344 - 6030 Marchienne-au-Pont
• recyclerie@ilot.be
• 071/51.70.63
• De Facebook-pagina van de Kringloopwinkel in Marchienne-au-Pont
Dank u voor uw vrijgevigheid waardoor wij nieuwe projecten kunnen ontwikkelen!
Als uw totale donaties in 2022 40 euro of meer bedragen, sturen wij u in maart 2023 een belastingcertificaat. U geniet een belastingvermindering van 45% van het totale bedrag van uw giften per kalenderjaar (overeenkomstig de voorwaarden van artikel 145/33 CIR 1992).
Als u bijvoorbeeld 50 euro schenkt, betaalt de staat u 22,50 euro terug in de vorm van een belastingvermindering.