fbpx
  • 3 april 2022

Kindertijd en de straat: no future?

Kindertijd en de straat: no future?

Kindertijd en de straat: no future? 900 414 L'Ilot

Illustratie Prisca Jourdain

Mijn kinderjaren waren op heel wat opzichten gelukkig en hebben er sterk toe bijgedragen dat ik nu als volwassene stevig in het leven sta en me heb kunnen ontplooien.  De jeugd van mijn zoon en van mijn twee dochters verloopt gelijkaardig: hun schoolloopbaan verloopt zonder onderbrekingen, ze eten evenwichtig, ze hebben verjaardagsfeestjes met vriendjes en vriendinnetjes, ze hebben een eigen kamer, ze gaan naar de basketclub en volgen muziekschool.... Is dat de norm?  Niet voor iedereen: al te veel kinderen, aan wie deze fundamentele behoeften ontzegd worden, wonen, met hun ouders, soms één ouder, in de rand van de maatschappij - onze maatschappij - zonder dat we aan hun fundamentele behoeften kunnen voldoen.

Als baby reeds uit de boot vallen? Geen sprake van! En toch wordt deze schijnende situatie erger: we zien een meer dan onrustwekkende stijging van het aantal dakloze gezinnen. De laatste tellingen schatten dat 20% van de daklozen kinderen zijn! Dit fenomeen vermindert niet, integendeel: het versnelt dramatisch. 

Steeds meer gezinnen die dakloos zijn of dreigen het te worden, vaak met een alleenstaande moeder, doen een beroep op onze diensten om daaruit weg te raken. Maar het schrijnende gebrek aan blijvende oplossingen die onze sector hen kan bieden, maakt dat de afstand naar een waardige toekomst steeds groter wordt, in een ‘thuis’ waar het aangenaam warm is, waar voldoende eten in de koelkast staat, zonder schrik voor een deurwaarder of een uitzetting. 

Door de ouders gepaste en gecoördineerde antwoorden te bieden, halen we de kinderen uit de cirkel van het sociaal determinisme, en vermijden we dat kansarmoede zich op de volgende generatie doorzet.  Want een gezin dat nu geen woning heeft, dreigt er jaren over te doen om uit die kwetsbare situatie weg te raken en uit alles wat dat met zich meebrengt: geen toegang tot gezonde voeding, een verslechtering van de fysieke en mentale gezondheid, een verhoogd risico op echtelijk en/of intrafamiliaal geweld, geen toegang tot cultuur en hobby’s, enz. Leven zonder rechten, zonder dak, is een veroordeling tot een bijzonder zwaar heropbouwwerk, als die heropbouw uberhaupt al haalbaar is. Voor kinderen is dat het risico op een verstoorde of bruusk onderbroken schoolloopbaan, op het wegvallen van hobby’s, op het verlies van zelfvertrouwen. … De onbezorgdheid en de lichtheid maken plaats voor schrik en een gevoel van onveiligheid. Die kinderen worden té snel volwassen en krijgen problemen in hun rugzak die ze niet zouden moeten meezeulen. 

Ik ben ervan overtuigd dat we globaal moeten denken over de duurzame oplossingen voor iedereen die een slechte of helemaal geen woning heeft. De schotten tussen de sectoren slopen en een gecoördineerde werking tussen de politieke verantwoordelijken en de verenigingen op het terrein zijn meer dan noodzakelijk opdat op een dag rekening wordt gehouden met de rechten van de vrouwen, jongeren of kinderen en ze vanuit een globale dynamiek worden benaderd. De begrotingslijnen zoals ze momenteel zijn uitgetekend geven al te zelden de kans om stappen vooruit te zetten in een dergelijke sectoroverschrijdende logica.

Zonder die gecoördineerde aanpak, zonder bijhorende financiële middelen, zullen steeds meer kinderen elke dag geconfronteerd worden met armoede en uitsluiting, en zullen ze de komende jaren verstoken blijven van hun fundamenteel recht op gelukkige en zorgeloze kinderjaren. 

Dat is onze verantwoordelijkheid tegenover elk van hen. Hun toekomst ligt in onze handen.

Ariane Dierickx, directeur van ‘t Eilandje