fbpx

Inspiratie

L’INJUSTE DESTIN DU PANGOLIN 1024 683 L'Ilot

L’INJUSTE DESTIN DU PANGOLIN

Het onterechte lot van de pangolin, een vervolgverhaal op de radio van radio RTBf-La Première, is een kroniek van de Covid-19-crisis en is nu als boek uitgegeven. De auteursrechten en de opbrengsten worden doorgestort aan drie verenigingen: ‘t Eilandje, Cœur SDF en het Plateforme Citoyenne BXLRefugees.

Vragen aan Myriam Leroy

Wat was de bedoeling van het projeCt?

Het boek documenteert de crisis. Het was een beetje een voorwendsel om te spreken over de dingen die waar we allemaal doorheen gaan, om te spreken over die onrustwekkende informatie die men ons geeft tot we er misselijk van worden, over dat ding dat we niet moeten vergeten. Door het te documenteren in de vorm van fictie, konen we ons als auteurs amuseren bij het werk, en we hadden allemaal het gevoel, zonder dat we daar precies de vinger konden op leggen, dat het goed zou kunnen zijn om een spoor te bewaren van dit ding om het te herinneren, om het niet te vergeten. Ik denk dat de toon van de tekst ook verandert doorheen de tijd. Aan het einde vertellen we de dingen helemaal niet meer op dezelfde manier als in het begin. Aan het begin is het erg zenuwachtig, we vroegen ons af hoe het allemaal ging aflopen, of we niet allemaal gingen sterven. Aan het einde mindert dat een beetje, en dat laat ruimte voor dingen die meer humoristisch, meer anekdotisch zijn. Ik denk dat het idee echt was om de vinger aan de pols te houden, naar de situatie toe en bij onszelf, en om daar een spoor van te bewaren.

De overstap van een gesproken naar een geschreven verhaal …?

Bij aanvang was het echt een radioproject. Het was niet als boek bedoeld. Het is eerder een herinnering. Het boek is een herinnering aan het vervolgverhaal op de radio. De radio is een medium waar veel mensen zich hebben teruggetrokken. We zagen een terugkeer naar de traditionele media. De mensen wilden informatie van een bron die ze betrouwbaar vonden. We hebben de indruk dat er zelden zoveel naar de radio werd geluisterd als tijdens de lockdown.

Waarom hebt u besloten om verenIgingen te steunen, waaronder ‘t Eilandje?

We hebben het altijd onbetamelijk gevonden om een dergelijk boek voor eigen gewin te verkopen. Ik spreek voor mezelf: ik het gemerkt dat verenigingen concreet steunen, een manier was om met beide voeten in de werkelijkheid te blijven en om je niet helemaal nutteloos en machteloos te voelen. In deze crisis vond ik het bijzonder beangstigend dat je niets kon doen. Een financieel duwtje in de rug geven, of die verengingen op het terrein een handje helpen, dat heeft mij persoonlijk deugd gedaan. Ik denk dat ik niet de enige van de auteurs van het boek ben die zich heeft geëngageerd.

Jérôme Colin heeft voorgesteld om het voor verenigingen te doen, wat ons vanzelfsprekend leek. Hij heeft ons toen gevraagd om verenigingen voor te stellen. De drie die werden gekozen, waren degene die het vaakst genoemd worden, en het zouden er dus ook drie andere kunnen geweest zijn.

De vraag van dakloosheid heeft iedereen zich gesteld in de Covid-periode. We bleven maar denken over dingen als thuis, huis, grondgebied, vrijheid. Over huis als bescherming, als tweede huid, als een scherm tussen jezelf en de gevaren van de wereld. We hebben allemaal gedacht aan mensen die slecht behuisd zijn, en zeker ook aan degene die helemaal géén huis hebben. Deze crisis heeft een pijnlijk licht geworpen op de dingen die we allemaal al wisten, maar nu kan men er niet meer omheen dat er diepe en structurele ongelijkheden zijn, dat mensen aan hun lot worden overgelaten, dat mensen compleet worden achtergelaten.

EEN KORTE GIDS VOOR MATERIËLE GIFTEN 560 315 L'Ilot

EEN KORTE GIDS VOOR MATERIËLE GIFTEN

Velen onder jullie steunen ons met materiële giften, waarvoor we dankbaar zijn. Om dat gemakkelijker te maken, hebben we hier enkele praktische tips.

Startpakket voor huurders

Hier vind je een lijst * met de dingen die we regelmatig nodig hebben wanneer we mensen opnieuw in een woning kunnen laten intrekken.

VOORWaARDEN

We dringen er wel op aan dat de dingen proper en in goede staat zijn.

Aangezien de woningen klein zijn, hebben we liever kleine meubelen.

Geschonken kleding wordt beheerd door andere organisaties, zoals Les Petits Riens, die over de gepaste infrastructuur beschikken om de stocks te verwerken. Voor kleding neem je dus beter eerst met hen contact. Die organisaties steunen ons door ons te bezorgen wat we nodig hebben.

Voor meer info over het startpakket voor huurders, kan je contact nemen met Xavier: x.vankerrebrouck@ilot.be

Voor een aanbod van goederen die niet in de lijst staan, neem je best contact op met Nina: donnerie@ilot.be

Omdat onze teams om het terrein het bijzonder druk hebben in deze periode, kan het even duren voor ze kunnen antwoorden. Alvast onze excuses daarvoor.

DANK JE WEL!

We zullen het je nooit vaak genoeg kunnen zeggen.

*Door de bijzondere situatie en door de urgentie ervan, kan dit artikel worden veranderd in functie van onze noden.

DE EERSTE HONING WORDT GEOOGST IN JUMET 1024 683 L'Ilot

DE EERSTE HONING WORDT GEOOGST IN JUMET

Een absolute primeur voor het opvanghuis voor mannen in Jumet. Het is het werk van Georges, vrijwilliger, en van de bewoners: een kleine hoeveelheid honing die ze achteraan in de tuin van het opvanghuis hebben geoogst en die voor de bewoners is. We vroegen aan Georges wat uitleg bij dit project, en hij heeft meteen een oproep gedaan voor giften.

Hoe is het idee onstaan om in Jumet honing te maken?

Het idee kwam er doordat mijn zoon Simon, die directeur is van het centrum, wilde dat ik als vrijwilliger voor de tuin zou zorgen. Hij wist dat ik net begonnen was als imker; ik had mijn opleiding pas een jaar eerder afgerond… Ik heb hem dus voorgesteld om korven te zetten, in het kader van zijn ruimer project rond biodiversiteit. Hij wilde graag diverse plekken creëren die mensen aantrekken. Bijen, dat heeft altijd aantrek. Zodra alles er stond, hadden vier of bij bewoners belangstelling. He doel was ook om de belangstelling van de bewoners te wekken.

Hoe reageren de bewoners?

Sommige bewoners die belangstelling hadden, zijn er ondertussen niet meer. Er is een natuurlijk verloop. Sommigen hebben me gezegd dat ze graag een cursus imker wilden volgen. Ik heb mijn herwerkte cursusnota’s al doorgestuurd aan enkele bewoners.

Wat halen zij uit die ervaring?

Voor degenen die de honing mee hebben kunnen slingeren, is dat een ervaring die ze nooit gaan vergeten. Daar hebben niet zoveel mensen kunnen bij helpen, omdat het technisch complex is om daar veel mensen bij te betrekken. Maar er komen nog gelegenheden. En daarnaast is er de honing, die voor de bewoners is. Het is niet mijn bedoeling om honing te maken voor mezelf, de potten gaan naar ’t Eilandje. We beginnen met één bijenkorf, voor volgend jaar hoop ik op twee of drie korven. Dan is de opbrengst groot voor het huis in Jumet en kunnen er misschien wat potten naar een opvanghuis in Brussel of naar de Clos gaan.

Is de honing lekker?

Iedereen die ‘m geproefd heeft, zegt dat dat ze nog nooit zo’n lekkere honing hebben geproefd. We hebben niets gedaan om de smaak te beïnvloeden.

Waar komen de eerste bijenkorven vandaan?

Twee van de volkeren die in Jumet staan, komen uit de korf Caramand, van de school Rucher-Ecole “Abeille du Hain”. Vorig jaar heb ik een zwerm gekocht, in een kolonie gezet en daarna in twee verdeeld, en een van die delen is in Jumet gezet, heeft zich daar ontwikkeld en heeft daar overwinterd. We hebben er de honing kunnen uithalen. De andere zwerm werd ons geschonken door de korf Caramand en werd meteen naar Jumet gebracht. Toen ik hen vertelde over het project, waren ze meteen verkocht en hebben ze besloten om ons die zwerm cadeau te doen.

Een oproep om schenkingen?

Er zijn altijd imkers die ermee stoppen, of families die korven erven en niet weten wat ze ermee moeten aanvangen, en het met een maatschappelijk doel willen wegschenken. Er is slapend materiaal. Ik ben een liefhebben van oude korven die opknapwerk vragen, van kleine korfjes, … maar we hebben vooral materiaal nodig om de honing eruit te halen, eender welk imkermateriaal. Op dit moment lenen we alles en dat is technisch heel moeilijk om te organiseren. We willen graag een activiteit ontplooien en daarvoor hebben we materiaal nodig.

Klik hier om meer te weten over het werk dat Georges in Jumet heeft verricht.

Voor een schenking in natura, graag een berichtje aan Nina via n.closson@ilot.be.

De periode na de crisis zal nog moeilijker zijn 940 788 L'Ilot

De periode na de crisis zal nog moeilijker zijn

Le Soir - 3 juni

Vandaag ziet de hele maatschappij, van de VN tot de buurtcomités, de omvang van de pandemie die de wereld treft. Maar de maatschappij vergeet, of heeft geen oog voor, degenen die gaan sterven als we hen niet wat meer aandacht geven dan de middenklasser of de BEL20.

Velen hebben het al gezegd en geschreven: de Covid-19 crisis legt de gebreken bloot van een systeem dat al langer op de rand van de afgrond stond.

Een van die gebreken is dat de maatschappij aanvaardt dat steeds meer mensen en gezinnen in extreme armoede leven, dat de maatschappij niet in staat is om de nodige middelen vrij te maken om doeltreffend iets te doen tegen de sociale, culturele en economische ongelijkheid. Tegen dakloosheid, tegen geweld binnen een koppel en binnen een gezin, tegen de uitbuiting van mensen en tegen mensenhandel, tegen discriminatie op basis van geslacht, enz.

Een maatschappij die, als enig antwoord op de oproep van volkeren die hun land moeten ontvluchten omwille van armoede of oorlog, haar grenzen wil versterken of zelfs sluiten. En zo zouden we nog kunnen doorgaan. De lijst met alles waar wij tegen zijn en waar geen deftig antwoord op komt, door een gebrek aan politieke wil, moed, grandeur.

In België overleven mannen, vrouwen en gezinnen al jaren in zeer moeilijke, onwaardige, onaanvaardbare omstandigheden. Dankzij plantrekkerij. Dankzij solidariteit uit de nabije omgeving die op kleine schaal wordt georganiseerd. Dankzij eenmalige steunacties, projecten die men steunt omdat ze “vernieuwend” zijn en daarna laat vallen, in plaats van structurele middelen te voorzien. Dankzij de inzet en de vastberadenheid van burgers die hun tijd geven, die hun (soms beperkte) middelen en/of woonplaats delen met de mensen die uit de boot vallen. Dankzij verenigingen op het terrein die zich weren om eerstelijnsdiensten aan te bieden aan de mensen die het meest uitgesloten zijn, waarbij ze blijven aanklagen, eisen dat de Staat zijn rol op zich neemt, maar ook om tot oplossingen te komen die waardiger en blijvender zijn.

Ieder van ons weet dat. De politieke verantwoordelijken weten het. Iedereen weet het. Al lang.

Die mannen, vrouwen, kinderen die gisteren nauwelijks overleefden, hebben vandaag dubbel te lijden onder de verschrikkelijke effecten van een crisis die voor iedereen moeilijk is: vele sociale restaurants en diensten waar thuislozen of mensen zonder papieren naartoe gingen, zijn dicht, het risico op kindermishandeling en op familiaal geweld voor vrouwen die nu met hun echtgenoot thuis vast zitten, stijgt, penitentiair verlof en bezoek voor gevangenen wordt ingetrokken, ouders van kinderen met een handicap krijgen geen adempauze meer, ouderen worden nog meer in de eenzaamheid gedrukt, enz.

En verder, voor vele mensen, het verlies van inkomsten.

Gedeeltelijk voor wie tegen wil en dank economische werkloos wordt (ja, ook al denkt Jambon er anders over). Ik ga niet het lijstje van alle betrokken beroepen maken, dat hebben anderen al gemaakt. Voor hen zal er een tussenkomst van de Staat zijn, die niet alles compenseert, maar het zal een beetje helpen.

Al degenen die in de coulissen van het systeem werkten, gaan van ‘moeizaam overleven’ naar ... NIETS. Daarmee bedoel ik de kleine jobkes ‘in het zwart’, waar iedereen kritiek op heeft maar waar iedereen, particulier of bedrijfsleider met weinig scrupules, graag gebruik van maakt: de loodgieters, bezetters, tegelzetters, tuinmannen, huishoudhulpen, ... Enz. Van de ene dag op de andere heeft men geen beroep meer op hen gedaan. Van de ene dag op de andere haalde het niets meer uit om, in de buurten die gekend waren voor koppelbazen die goedkope werkkrachten zochten, de volgende dag af te wachten tot een auto stopt en hen een dag werk voor een paar euro biedt, zodat ze ‘s avonds te eten hebben. Daarmee bedoel ik ook de vrouwen die om economische redenen hun lichaam moeten verkopen. Van de ene dag op de andere hebben hun klanten geen beroep meer op hen gedaan. In andere omstandigheden zouden we redenen te over gehad hebben om blij te zijn dat deze extreme vorm van geweld verdween. Maar nu blijven die vrouwen berooid achter en daar zijn ze niet op voorbereid.

Die mensen die in de schaduwzone werkten, of moet ik zeggen: die slachtoffers van een systeem met gigantische gebreken, dat zei dat het hen nodig had maar hen nu laat vallen, al die mensen komen nu bij de mensen die eerder al gebruik maakten van de diensten voor thuislozen. In het dagcentrum van ‘t Eilandje, op het SInt-GIllisvoorplein, wordt de rij elk dag langer: bij de vertrouwde gezichten die al maanden, zelfs al jaren gebruik maken van onze diensten, komen nieuwe gezichten. Met geboden hoofd, met nog een tik meer schaamte dan de anderen vragen ze een maaltijd, een voedselpakket.

Onze teams zullen zo lang mogelijk aan die stijgende vraag voldoen, zo lang ze kunnen, met inzet en vastberadenheid.

Onze werking is sowieso al complex, omdat het aantal mensen dat bij ons aanklopt jaar na jaar stijgt, maar ook omdat de omstandigheden waarin onze teams moeten werken steeds moeilijker worden: onvoldoende financiële middelen, te beperkte teams, een infrastructuur die niet voorzien is op de stijgende vraag en op het veranderende publiek (steeds meer vrouwen, gezinnen, niet-begeleide minderjarigen, steeds meer psychologische en verslavingsproblematieken, ...), de uitputting van een deel van onze medewerkers die in moeilijke beroepen werken(elke dag mensen begeleiden die de gevolgen van deze uitsluitende maatschappij aan den lijve ondervinden) met zware uurroosters die totaal niet te rijmen vallen met het gezinsleven.

Toen de coronacrisis uitbrak, hebben al onze medewerkers, ondanks de afwezigheid van beschermingsmateriaal, ondanks de schrik om het virus mee naar huis te nemen en familieleden te besmetten, uitgesproken dat ze vastberaden zijn om al onze diensten open te houden.

Ondertussen staan ze al drie weken elke dag, 24u/24 paraat. In de diensten waar de naleving van de hygiëneregels en van de social distancing nog complexer zijn dan eender waar anders, bieden ze het hoofd aan de moeilijkheden van de isolatie. Ze proberen de opgevangen mensen gerust te stellen en hen te informeren over de voorzorgsmaatregelen die ze in acht moeten nemen, ze halen de spanningen weg die ontstaan door de isolatie in kleine ruimten, kalmeren degenen die het door hun geestelijke gezondheid moeilijk kunnen begrijpen, helpen anderen door onthoudings- of decompressiecrisissen te raken, organiseren spelletjes zodat de kinderen (die al getroffen zijn doordat ze de rest van het jaar rondzweren) nog iets van jun onschuld en van hun energie behouden.

Zelf heb ik de sector voor de hulp aan thuislozen vijf jaren geleden leren kennen, toen ik aan het hoofd kwam van de vzw ‘t Eilandje. Elke dag opnieuw sta ik verwonderd en blijf ik me ook verwonderen over de inzet van de mensen, medewerkers of vrijwilligers, die er actief zijn.

Nu weet ik dat mijn teams nu al weten dat het na Covid-19 nog harder zal worden.

We verwachten dat de overheidsbudgetten die voor deze sector waren bestemd, zullen worden aangewend om deze crisis onder controle te krijgen, ten nadele van de budgetten om structurele antwoorden te blijven bouwen. We verwachten elke dag iets meer mensen te zien komen die het nog “volhielden” in een “precaire thuis” maar die nu stilaan onderuitgaan.

Voor ‘t Eilandje staat een einde maken aan dakloosheid centraal. Hier en op andere plaatsen op deze planeet werken ook andere organisaties daaraan, en sommigen komen in de buurt.

We zullen er onverdroten blijven aan werken, omdat er antwoorden zijn, omdat we die antwoorden kunnen opbouwen en uitwerken met onze partners uit de sector, omdat het een kwestie van menselijke waardigheid is om te zorgen dat iedereen in deze maatschappij een kwalitatieve plaats heeft, een plaats die hij kiest.

‘t Eilandje zal er zijn om die mensen te steunen, degenen die we al kennen en de nieuwe. Maar ook om een ander maatschappijmodel te eisen.

In naam van alle medewerkers en medewerksters, in dienst of als vrijwilliger, die elke dag paraat staan om ons publiek te helpen: Adélie, Ahmed, Alain, Alain, Alexandra, Alicia, Alix, Amandine, Amina, Amira, Angelina, Anita, Anjel, Anne, Anthony, Apolline, Arnaud, Aude, Audrey, Aurélie, Aurore, Axelle, Béatrice, Bertrand, Boris, Brieux, Camille, Carmen, Carmine, Carolina, Catherine, Catherine, Cédric, Chantal, Chloé, Christelle, Christian, Cintia, Claire, Claudine, Clemente, Corine, Dairo, Damien, Daniel, Denis, Diego, Dominique, Eddy, Eldy, Elena, Estelle, Estelle, Esther, Etienne, Evelyn, Fanny, Faten, Flore, Francesca, Françoise, Gabrielle, Gaetan, Gilles, Hakim, Héloïse, Henri, Ioana, Isabelle, Isabelle, Jacques, Jawad, Jawad, Jean-Luc, Jérémy, Jo, Joëlle, Jose, Josette, Judite, Julie, Juliette, Julliard, Junior, Kasole, Khalid, Khalid, Khalid, Laetitia, Larry, Laura, Laurence, Laurent, Laurent, Léonor, L’Houcine, Linda, Loïc, Ludovic, Mabrouk, Malik, Manon, Manon, Marcel, Marie Paule, Marine, Marta, Martine, Martine, Matthieu, Maryse, Maurice, Max, Mélina, Michelle, Mireille, Mohamed, Mohamed, Morgane, Mustapha, Myriam, Myrjam, Nadia, Nam, Nastassja, Natalia, Nathalie, Nathalie, Nicolas, Nicole, Nikola, Nikolaï, Océane, Papy, Pascale, Pascale, Paul, Paul, Paulette, Philip, Philippe, Pierre-Arthur, Providence, Quentin, Quentin, Rachid, Rahma, Raphaël, Renan, Richard, Roger, Selahattin, Serge, Silvia, Simon, Simone, Sixtine, Sonja, Sophie, Steeve, Stephan, Stéphane, Stéphanie, Tenimba, Thibault, Valentin, Valérie, Valérie, Vanessa, Véronique, Véronique, Walid, Xavier, en Yasmina.

Ariane Dierickx

Algemeen Directeur van ‘t Eilandje