fbpx
  • 5 oktober 2021

De Kart #2 de begeleiding van jongeren op de dool :het project MACADAM

De Kart #2 de begeleiding van jongeren op de dool :het project MACADAM

De Kart #2 de begeleiding van jongeren op de dool :het project MACADAM 1024 875 L'Ilot

Madeleine Guyot, voorzitster van de vereniging Macadam - jongeren op de dool, en Simon Niset, directeur van een van de opvanghuizen voor alleenstaande mannen van ‘t Eilandje in Charleroi wisselen van gedachten over de specifieke kenmerken van de begeleiding van jongeren (tussen 15 en 26 jaar).

'T Eilandje: Simon Niset, Vangt u
jongeren op in uw opvanghuis?

Simon Niset: Ja, in 2019 en in 2020
waren 20% van onze bewoners zijn
jongeren tussen 18 en 24 jaar. Dat
is behoorlijk veel. Het is een recente
evolutie.

'T Eilandje: Hoe zijn die bij u
aangekomen?

Simon Niset: Dat kan op verscheidene
manieren gebeuren. Ze kennen
opvanghuizen, of ze hebben zich tot
een sociale dienst van de eerstelijnszorg
gericht, of ze telefoneren zelf spontaan
in de hoop ergens een opvangplaats
en tijdelijk onderdak te vinden... Wat
mij treft is dat veel van die jongeren
al een geschiedenis in de jeugdhulp
hebben. Men kan zich dus afvragen
of er iets mislukt is in een vroeger
stadium, in het gezin en daarna bij
de instellingen die geacht worden
de taak over te nemen. Iemand tot
zelfstandigheid te brengen, is altijd
complex geweest. We moeten echter
vaststellen dat het voor een flink deel
van de jongeren niet werkt zoals het
zou moeten.
Met het team van maatschappelijk
assistenten en opvoeders van ons
opvanghuis van 't Eilandje, stellen
we ons vragen bij de opvang van die
doelgroep en onder andere of een
huis dat voor alle leeftijdsgroepen
openstaat, wel de geschikte oplossing
is. We stellen twee dingen vast: ten
eerste raken bepaalde subgroepen
jongeren in conflict met de oudere
bewoners, en ten tweede zien we de
potentieel slechte invloed van die
oudere bewoners op de jongeren,
zeker op jongeren die een vaderfiguur
zoeken. Tegelijkertijd geloof ik sterk
in het mengen van alle leeftijden en
doelgroepen. Enerzijds loop je, door
specifieke structuren voor jongeren
op te zetten, het risico dat ze elkaar

neerhalen. Anderzijds, en dat moeten
we eerlijk toegeven, hebben we al
jongeren opgevangen die bij hun
vertrek zwaarder beschadigd waren
dan toen ze aankwamen, omdat ze de
foute mensen hadden ontmoet, vaak in
verband met verslavingsproblemen.

'T Eilandje: Het risico op ‘afglijden’
zou volgens u kleiner zijn als de
jongeren onder elkaar blijven en
geen contact hebben met de oudere
doelgroep?

Simon Niset: Ik zou niet zeggen dat
het een problematiek is die eigen is
aan het feit dat de jongeren bij elkaar
hangen. Het is volkomen normaal
dat jongeren samenklitten. Wat voor
ons zo complex maakt, is dat we hen
duidelijk moeten maken dat er voor
hen andere dingen op het spel staan
dan voor jongeren die in een gezin
zitten. We kunnen respecteren dat men
op z’n 18 gaat feesten, zorgeloos en
onbekommerd is... Maar een jongere
blijft 9 maanden bij ons, en als we op
die 9 maanden tijd de huisvesting niet
rond krijgen, dan gaat hij opnieuw op
straat belanden. Zo'n jongere moet dus
dringend in actie schieten, maar soms
is het moeilijk om hen dat te doen
inzien.

Madeleine Guyot: Wat Simon zegt,
klinkt op alle niveaus sterk door.
Het is een complexe kwestie. Deze
doelgroep wil dat hun aanvragen (en
ook het “niet aanvragen”) gehoord
worden, wil begrepen worden en wil
dat opnieuw een band tot stand wordt
gebracht. Het project Macadam wil een
laagdrempelige en onvoorwaardelijke
dagopvang bieden aan een doelgroep
die afgehaakt heeft en wil hen zo
spoedig mogelijk een antwoord buiten
de instellingen bieden. Laagdrempelig
betekent dat elke jongere er welkom
is, ongeacht hoe complex zijn situatie

is, ongeacht in hoeverre hij op eigen
benen staat.

'T Eilandje: Wat bedoelt u met ‘een
antwoord buiten de instellingen’?

Madeleine Guyot: Dat betekent dat
we aan de structuur constant de
kans geven om zich af te vragen of
de diensten die hij aanbiedt, wel
aansluiten bij de noden. Dat betekent
dat we de structuren dwingen om
zich aan te passen aan de jongeren,
in plaats dat de jongeren zich moeten
aanpassen aan de structuur. Het
betekent ook dat we vermijden met
een starre structuur te werken, want
voor bepaalde jongeren werkt het om
een project op te starten, werkt een
huisvestigingsproject, enz. maar voor
heel wat andere jongeren werkt dat
niet meer. Ze hebben een time-out
nodig. Macadam wil hen dat bieden,
met een begeleiding. Dat impliceert
dat het project Macadam bereid
is om te luisteren naar de vragen
die de jongeren niét stellen. Dat
zijn de drie krachtlijnen van
Macadam: onvoorwaardelijk, geen
vastgeroeste instelling zijn, en luisteren
naar het niet aanvragen.

'T Eilandje: Is het feit dat je wordt
gefinancierd door de overheden, die
verwachtingen koesteren, geen risico
dat het toch een ’instelling’ gaat
worden?

Madeleine Guyot: De kern van
Macadam is precies de intersectorale
werking: geestelijke gezondheidszorg,
jeugdhulp, dakloosheid, strijd tegen
armoede, enz. 't Eilandje kent deze
aanpak goed genoeg, omdat het in de
raad van bestuur zetelt en met vele
andere sectoren samenwerkt. Dat
waarborgt een ruimere blik dan louter
de blik van één enkele speler, van één
enkele “beleidsvisie”. Macadam wil niet
in een hokje terecht komen en wil op

de wip zitten tussen meerderjarigheid
en minderjarigheid, dakloosheid,
jeugdhulp, geestelijke gezondheid,
strijd tegen armoede, enz.

'T Eilandje: Simon Niset, wat vindt
u van het idee om een laagdrempelige
dagopvang voor jongeren te openen?

Simon Niset: Ik denk dat het een
zeer zinvol initiatief is. Het is ook
echt dringend. Die nood is eerder
al aangekaart door Philip De Buck,
directeur van het dagopvangcentrum
van 't Eilandje. Hij was gealarmeerd
door het aantal jongeren dat hij zag
langskomen, door hun moeilijkheden
om hun plaats te vinden in een
centrum dat voor iedereen openstaat,
door de moeilijkheid van het team
om aan hun specifieke noden en
verwachtingen te voldoen en door de
mogelijk slechte invloed die de oudere
bewoners zouden kunnen hebben
op de jongere bewoners die Philip
De Buck als uitermate kwetsbaar
beschouwt.

'T Eilandje: Wat is de goede manier
om die jongeren op te vangen en te
begeleiden?

Simon Niset: Ik meen dat we naar een
maximale diversiteit moeten streven en
homogene groepen moeten vermijden,
opdat alle jongeren zich uitgenodigd
voelen om naar het centrum te komen.
Verder zijn die jongeren volop aan hun
persoonlijkheid aan het werken, stellen
ze een systeem en elke andere vorm
van gezag in vraag. Er is dus een kader
nodig dat duidelijk is maar waarmee de
opvoeders intelligent kunnen omgaan,
anders dreigt het bijzonder ingewikkeld
te gaan worden.

Madeleine Guyot: We vangen
alle jongeren op, door de
opvangmodaliteiten aan te passen.
Het enige wat die jongeren gemeen

hebben, is dat ze op de dool zijn.
We spreken dan over migranten,
LGBTQI+, tienermoeders, enz. Je
moet hen kunnen aanspreken en
begeleiden op een manier die relevant
is in functie van hun situatie, en
je moet zeer reactief zijn. Tot slot
willen we hun participatie binnen
Macadam versterken, dat ze gehoord
worden door de politici, dat ze als
ervaringsdeskundigen optreden, enz.

'T Eilandje: Wat zijn de uitdagingen
en de aandachtspunten?

Simon Niset: We hebben een stevig
en groot team nodig om die jongeren
ook zeer concreet te begeleiden bij
hun administratieve stappen of bij
het zoeken naar een woning. En de
structuur goed integreren in de wijk,
zodat de jongeren er vlot binnen
kunnen, zonder dat ze moeten vrezen
dat ze niet welkom zijn.

Madeleine Guyot: Ze zijn met veel.
We moeten vermijden dat ze in de
beruchte “mobiliteitslus” van jongeren
op de dool belanden, die steeds tussen
dezelfde diensten heen en weer gaan
en die telkens weer op uitkomen waar
ze begonnen waren. Het komt erop
aan het traject van die jongeren te
verbeteren. Dat betekent dat we een
intersectorale benadering moeten
versterken, dat is noodzakelijk. We
moeten er ook in slagen jongeren te
bereiken die moeilijker te bereiken zijn,
zoals slachtoffers van mensenhandel
en seksuele uitbuiting. We willen ook
een expertise over die doelgroepen
opbouwen, die alle actoren uit de
sector ten goede kan komen. Tot slot
moeten we zorgen dat de financiering
in verhouding staat met wat er op het
spel staat. We hebben het duidelijke
en concrete engagement van de politici
over deze kwestie nodig.